Op zaterdag moesten de Caterham-coureurs hun voornaamste rivalen van Marussia al voor zich dulden en een dag later bleken ze niet in staat het tij te keren.

Marcus Ericsson bracht zijn CT05 in laatste positie over de streep, terwijl Kamui Kobayashi het eind van de race niet eens zag. De Japanner strandde in de 44ste ronde op het moment dat de remmen het begaven: “Dat was een beangstigend moment”, blikt Kobayashi terug. “Gelukkig was ik in staat om de auto uit de muur te houden.”

“Het betekende het eind van een moeilijk weekend. We presteren duidelijk niet zoals we zouden willen, maar het team werkt hard aan een mogelijke oplossing. Wellicht kunnen de komende twee testdagen ons helpen om in Monaco iets competitiever aan de start te verschijnen.”

Marcus Ericsson
De Zweed is na afloop van de race tevreden met hoe met name zijn start verliep, maar helaas bleek hij niet in staat zich te handhaven op p19. Dat wijt hij voor een groot deel aan Pastor Maldonado die zich op een typische Maldonado-manier meldde aan de deur van Ericsson: “Hij raakte mij behoorlijk hard, waarbij hij riskeerde dat we allebei de race voortijdig moesten verlaten, maar gelukkig bleek de auto tegen een stootje te kunnen.” 

“Mijn snelheid was redelijk, maar ik kon Chilton in de Marussia niet bijhouden. De balans van de auto was daarvoor niet goed genoeg. Wat dat betreft was het een kwestie van de auto over de streep brengen. Nu heb ik vooral heel erg veel zin in mijn eerste Formule 1-race door de straten van Monaco.”