Het team begon weliswaar wat schoorvoetend aan de eerste trainingsdag in Sotsji, maar na afloop kan Caterham terugblikken op een solide opening van het weekend.

In de eerste vrije training draaide alles om het verkennen van de baan, zodat de meeste coureurs er flink wat rondjes uit probeerden te persen. Zo niet Caterham, dat lang in de pits bleef staan en daardoor acht tot tien ronden minden aflegde dan de meeste concurrenten. “Het duurde zo lang omdat we wachtten tot de baanomstandigheden wat beter waren”, verklaren Marcus Ericsson en Roberto Merhi, die voor de derde keer Kamui Kobayashi’s auto mocht besturen in de eerste sessie.

In de tijd die de Caterham-coureurs vrijdag wel op de baan doorbrachten, ging het lang zo slecht nog niet. “De eerste sessie was nuttig, op een klein probleempje met het hybride systeem na”, vertelt Ericsson. “De tweede training was goed, ik reed meer rondjes en voelde me op mijn gemak. Het circuit is overigens leuker dan ik verwachtte: de scherpe bochten zijn eigenlijk helemaal niet zo langzaam”, besluit de Zweed, die in beide trainingen Max Chilton in de Marussia de baas was.

Roberto Merhi mocht zoals gezegd weer wat ervaring opdoen, en deed dat dit keer zonder grote fouten te maken. Sterker nog, na anderhalf uur trainen prijkte zijn naam boven die van Ericsson op de tijdenlijst (verschil: één tiende). “We mogen tevreden zijn, ons resultaat is bemoedigend. Ik voel me elke keer weer meer op mijn gemak in de auto, en kijk terug op een succesvolle derde trainingssessie”, aldus de jonge Spanjaard.

Racecoureur Kamui Kobayashi mocht in de tweede training zijn auto weer overnemen. Hij moest duidelijk nog even aan de baan wennen, want de Japanner kwam niet verder dan de laatste plaats, acht tienden achter Ericsson. “Het was niet ideaal om de eerste training te missen, want op een nieuw circuit wil je altijd zoveel mogelijk kilometers maken. Maar het ging best lekker en we hebben een boel bruikbare data verzameld.”