In de kwalificatie draait het niet meer alleen om wie het snelste rijdt. Met het oog op de race moet ook rekening worden gehouden met het bandenmanagement. Niet iedereen is daar blij mee.

In China reed Mark Webber zich enkele weken geleden vanaf een achttiende startplek naar een podiumpositie – met dank aan de zachte banden, die hij tijdens de kwalificatie niet en dus tijdens de race wél gebruikte.

In Turkije zette Vettel zijn auto halverwege Q3, met provisional pole op zak, doodleuk in de pits om banden te sparen. Overigens een geniaal tactisch toneelstukje grenzend aan arrogantie, maar dat mag wel een beetje als je daags daarna met zoveel overmacht wint. Sindsdien vraagt echter iedereen zich af, wat dan nog de waarde is van een goede startpositie. Kortom: kunnen we de kwalificatie niet beter vervangen door gewone tijdtrainingen, net als vroeger?

Het oorspronkelijke doel van de kwalificatie is bepalen wie de snelste van het pak is. De beloning: hoe harder je rijdt, des te verder mag je bij de start vooraan staan. Probleem: waar doe je het nog voor, als blijkt dat je vanaf de laatste startrij net zo goed kan te winnen als vanaf poleposition? Op deze manier dreigt de kwalificatie te verworden tot een klusje voor rekenaars.

Ik denk daarom dat de Formule 1 langzamerhand moet gaan kiezen. Laten we toe dat de kwalificatie een tactisch verlengstuk van de race wordt? Of prefereren we het spektakel dat het tot voor kort was? Dan moet iedereen de kans krijgen om op dezelfde banden te rijden.

RTL7 was ditmaal op zoek naar de meest verrassende Grand Prix-uitslag. Ikzelf zou het wel hebben geweten: die van de Grand Prix van België 1964 – door ondergetekende als klein jongetje via de radio meebeleefd.

Laat me u mijn keuze uitleggen. Mijn favoriet Gurney lag ver op kop, kwam twee ronden voor tijd binnen om bij te tanken (tijd zat) maar niemand had benzine klaar staan. Graham Hill nam de leiding over, maar viel in de laatste ronde stil omdat de benzinepomp van het reservebrandstoftankje niet werkte. Daarna leek Bruce McLaren (de grondlegger van het huidige McLaren-concern) te gaan winnen, totdat ook zijn auto in de laatste honderden meters stotterde: geen benzine meer.

Winnaar werd Jim Clark, die de laatste ronde notabene als vierde was ingegaan. Na een eerder pitstop dacht Clark totaal kansloos te zijn en deed het daarom wat rustiger aan. Zijn Lotus stopte daarom pas in de uitloopronde, krek naast de auto van Gurney. Raad eens? Geen benzine meer …