Sport is steeds meer politiek. En dat geldt nergens meer dan in de Formule 1. Oké, ik begrijp het, het is niet echt een wereldschokkende conclusie die mij een Pullitzer oplevert voor onderzoeksjournalistiek, maar helaas is het wel de realiteit.

Als je in deze paddock een interviewaanvraag doet voor een coureur of teambaas is het inmiddels standaard om je vragen vooraf in te dienen. Leuk, maar ik houd van een interview uit de losse pols, met een paar thema’s in het achterhoofd. Vinden ze vooral bij Mercedes en Ferrari leuk!

De achterdocht is groot in de paddock. En niet alleen als het gaat om Christian Horner of Fred Vasseur, ook Logan Sargeant en Zhou Guanyu worden beschermd op een manier die voor de gemiddelde minister of staatssecretaris juist heel nuttig zou zijn. Het betekent dat, in theorie, een-op-een-interviews normaal gesproken echt binnen de lijntjes moeten blijven. Daar houden we natuurlijk niet van, dus stel ik per ongeluk minimaal twee of drie onverwachte vragen per interview. Vindt de persman of vrouw niet zo leuk, maar meestal kom je er wel mee weg. 

Horner is klaar voor een politieke carrière

Bij Horner hoef je dat niet echt te proberen. Als er een teambaas klaar is voor het grote werk, en daarmee bedoel ik een grootse politieke carrière, dan is het de grote man bij Red Bull Racing wel. Je kunt proberen wat je wil, je krijgt hem niet makkelijk van zijn voorgenomen verhaal. Dus dan je geheime wapen gebruiken: Coventry City, zijn oh zo geliefde voetbalploeg die een paar uur voor ons interview net niet promoveerde naar de Premier League. Drieënhalve seconde. Zo lang liet hij ons toe in zijn privégevoelens over de club. Maar daarna was het gewoon weer het partijprogramma. Het is niet voor niets dat hij al bijna twintig jaar teambaas is, zonder schandalen, zonder echt grote problemen. Hoe je het ook bekijkt, het werkt.

En daarom werkt het niet. Als we allemaal zo politiek correct, zo onze woorden afwegen, dan verliezen we iets wat we niet zomaar terugkrijgen: de echte waarde van de sport. Formule 1 heeft karakter en karakters nodig. Helden, slechteriken en hier en daar een verdwaalde idioot. Daarom is Netflix’ Drive to Survive zo populair. Partijen worden tegenover elkaar gezet, zit Horner ineens op een paard en worden coureurs en (sommige) teambazen ineens veel interessanter dan de zouteloze politici die we vaak voorgeschoteld krijgen. Helaas is Drive to Survive grotendeels fictie, maar het aantal fans dat door de serie naar Formule 1 kijkt is dat niet.

Maar in plaats van zomaar tevreden zijn met al die gevulde stoeltjes, al die aandacht op sociale media en plannen voor nog een Amerikaanse Grand Prix, zou de sport er goed aan doen om eens goed in de spiegel te kijken. Willen we wereldwijde populariteit op basis van een illusie, of zorgen we ervoor dat de sport die populariteit waard is?

Ik weet het antwoord wel. En tot die tijd pest ik stiekem de persteams wel.

De extra dikke Vaderdag editie van FORMULE 1 Magazine ligt nu in de winkel, maar kan ook online worden besteld. In deze uitgave alles over de door Max Verstappen gewonnen GP’s van Monaco en Spanje en volop boeiende verhalen, reportages ter plaatse, en exclusieve interviews. Met onder meer:

  • ExclusiefWin de laatste kaarten voor de Max Verstappen Tribune in Spa
  • Reportage: Max Verstappen, onaantastbaar in Monaco en Spanje
  • Achtergrond: Seychelle de Vries is meer dan de zus van Nyck
  • Interview Franz Tost: Ik heb lak aan diplomatie
  • Extra: Megaposter Max Verstappen
  • Het allermooiste beeld van Peter van Egmond

Gratis verzending in Nederland!