Jérôme d’Ambrosio kijkt tevreden terug op de Grand Prix van Japan. De Belg vocht in de slotfase een duel uit met teamgenoot Timo Glock maar finishte uiteindelijk wel achter hem.

“Dit was denk ik een goede race”, meende de Virgin-coureur. “Ik startte goed en het eerste gedeelte van mijn race was in orde. Ik weet niet of we de juiste strategie hadden omdat ik in de pits een plaats verloor aan Timo. Jammer. In de slotfase kwam ik weer in zijn beurt en vervolgens hadden we een fantastisch gevecht. Hij finishte alleen wel voor mij. Dit was een positief weekend en daar ben ik blij mee.”

Volgens Glock werd het gevecht soms onderbroken door blauwe vlaggen. “Ik startte goed, reed aan de buitenkant en haalde Jérôme in. Ik raakte Jarno Trulli bijna. Hij dwong me naar buiten. Hierdoor moest ik het gras op en kon ik mijn auto niet op de baan houden. Daardoor verloor ik mijn positie weer aan Jérôme.”

“In de eerste stint zat ik achter hem vast. Dat was funest voor mijn banden omdat ik iets sneller was. Daarna kon hij van mij wegrijden. We kozen voor een vroege pitstop maar verloren een seconde of vijf omdat de rechter achterband er niet op wilde. Hierdoor kwam ik achter Ricciardo terecht en kon Jérôme verder wegrijden.”

“Na de neutralisatie kwam ik weer voor mijn teamgenoot te rijden. De blauwe vlaggen maakte het in de slotfase lastig en ik had een paar lastige momenten. Wel hebben we het beste uit de auto gehaald. Ik kijk uit naar de race in Zuid-Korea maar we moeten wel naar de afstelling kijken. Die was goed, maar niet uitzonderlijk.”