De beslissing in de strijd om het kampioenschap valt dit jaar op het mooiste moment: in de allerlaatste race. Nico Rosberg gaat voor zijn eerste titel, Lewis Hamilton jaagt op zijn vierde. Hopelijk maken de heren het even spannend als in deze vijf zenuwslopende titelontknopingen.

Formula One World Championship

5. 1994
Rondenlang is er geen vuiltje aan de lucht voor Michael Schumacher. De Duitser leidt het kampioenschap met een punt voorsprong op Damon Hill, en nu ligt hij ook op kop in de afsluitende Grand Prix van Australië. Maar zo makkelijk zal het niet gaan. Hill hijgt in Schumachers nek. Halverwege de race wordt de druk te groot. Schumacher schiet van de baan. Als hij net op tijd voor de volgende bocht terug het asfalt op hobbelt, zit Hill al aan de binnenkant. In een oogwenk gooit Schumi de deur dicht. De rivalen raken elkaar en Schumacher belandt in de bandenstapels. Hill kan verder. Maar niet lang: in de pits blijkt zijn wielophanging gebroken. De tv-camera’s filmen Schumacher terwijl hij, staand langs het circuit in Adelaide, een grijns niet kan onderdrukken. Zijn eerste titel is binnen.

Formula One World Championship

4. 1986
Nadat Schumacher en Hill in 1994 zijn uitgevallen, gaat een oude rot er met de race-overwinning vandoor: Nigel Mansell. Die heeft zo zijn eigen herinneringen aan Adelaide. Acht jaar eerder kan de besnorde Brit op het Australische parcours een sterk seizoen bekronen met zijn eerste titel. Alain Prost en Nelson Piquet maken ook nog kans, maar zij hebben een behoorlijke achterstand. Mansell heeft aan de derde plek voldoende. Zo gezegd, zo gedaan. Op zondagmiddag rijdt Mansell inderdaad rond op de derde positie. Maar net als hij de champagne al bijna kan proeven, gaat het mis. Twintig ronden voor de finish explodeert Mansells linker achterband. Weg kampioenschapsdroom. Alain Prost profiteert: hij wint de race en wordt kampioen.

Japanese Grand Prix, Rd16, Fuji, Japan, 24 October 1976.

3. 1976
Dat Niki Lauda de laatste race van het seizoen 1976 in gaat met drie punten voorsprong op James Hunt, mag gerust een wonder heten. Halverwege het seizoen is de Oostenrijker vreselijk verbrand bij een crash op de Nürburgring. Hij kijkt de dood in de ogen. Desondanks keert hij zes weken later alweer terug, met het bloederige verband nog onder zijn helm. Hunt heeft Lauda’s grote voorsprong in het WK dan al aanzienlijk verkleind. Op Fuji, waar de ontknoping plaats vindt, is het zondagmiddag rotweer. Eigenlijk te slecht om te racen. Maar de boel afblazen is geen optie: de tv-stations hebben hun dure apparatuur al klaar staan voor de live-uitzending. Daar heeft Lauda geen boodschap aan. Al na een ronde parkeert hij zijn Ferrari in de pits. Veel te gevaarlijk, vindt hij. Hunt rijdt wel door en pakt de titel met één punt voorsprong.

Formula One World Championship

2. 2008
Bijna negenendertig seconden. Zo lang denkt Felipe Massa dat hij wereldkampioen is, nadat hij op Interlagos zijn thuis-Grand Prix gewonnen heeft. In de Ferrari-pits vallen monteurs en familieleden van de kleine coureur elkaar juichend in de armen. De eerste Braziliaanse kampioen sinds Senna! Maar dan betrekt plots het gezicht van Massa’s vader. Hij heeft op een monitor gezien welk mirakel zich zojuist heeft voltrokken. Lewis Hamilton, voorafgaand aan de race nog WK-leider, ligt een paar bochten voor de finish zesde. Verrast door een regenbui is hij teruggevallen uit de top vier. Nu komt hij één positie tekort voor de titel. Totdat Timo Glock, die nog op droogweerbanden rondglibbert, in de allerlaatste bocht een fout maakt. Hamilton knijpt erlangs en finisht 38,907 seconden achter Massa als vijfde. Het feest bij Ferrari is voorbij.

Formula One World Championship

1. 1990
Voor de start van de Grand Prix van Japan op Suzuka weet Ayrton Senna een ding zeker: zijn rivaal Alain Prost gaat deze race niet winnen. Een jaar eerder is Prost op hetzelfde circuit kampioen geworden, na een botsing tussen de twee kemphanen die leidde tot een controversiële diskwalificatie van de Braziliaan. Senna vermoedde een politiek spel van autosportbond FIA, geleid door een landgenoot van Prost. Gekrenkt overwoog Senna te stoppen. Hij ging door. Nu leidt hij met twee races te gaan het kampioenschap. De McLaren-coureur pakt pole. Dan krijgt Senna het weer aan de stok met de FIA: hij moet opeens aan de vuile kant van de baan starten. Opnieuw voelt hij zich gedwarsboomd. Nu is hij pas echt vastberaden. Prost zal hem niet voorbij komen. Zo geschiedt: als de Fransman bij de start de leiding pakt, duikt Senna in de eerste bocht nietsontziend naast hem. Een botsing is onvermijdelijk, beide coureurs vallen uit. Senna is kampioen.