McLaren-topman Ron Dennis heeft nog maar eens herhaald dat hij er niet op rekent dat het weer mis gaat tussen de bij McLaren teruggekeerde Fernando Alonso en hemzelf, zoals in 2007 het geval was. Volgens Dennis zijn de omstandigheden genoeg veranderd om een herhaling te voorkomen.

Alonso keert dit jaar na een afwezigheid van zeven jaar terug bij McLaren, waarvoor hij eerder één enkel seizoen reed, in 2007. Toen ging het echter flink mis tussen Alonso en het team – en met name met de destijds als teambaas werkzame Dennis – waarbij de situatie na een reeks incidenten escaleerde en Alonso ondanks een doorlopend contract uiteindelijk al na één jaar voortijdig vertrok.

Getuige de terugkeer van Alonso bij het team, waar Dennis na een periode van afwezigheid ook weer een actieve rol speelt, is alles wellicht niet vergeten, maar wel vergeven: “Iedereen heeft wat er in 2007 is gebeurd achter zich gelaten”, verklaart Dennis in ieder geval tegenover Autosport.

“Wat er in 2007 allemaal gebeurde, werd enorm breed uitgemeten doordat er toen veel controverses waren omtrent de sport. Onze problemen, die op zich redelijk onbeduidend waren, gingen daardoor een eigen leven leiden en liepen dan ook uit de hand. Alonso en het team kwamen daardoor ook onder een vergrootglas te liggen, wat er in combinatie met alle bijkomende aandacht voor zorgde dat het voor iedereen een pijnlijke affaire werd.”

Behalve dat Dennis en Alonso zich er inmiddels overheen hebben gezet, denkt eerstgenoemde ook dat hun tussentijdse persoonlijke ontwikkeling de hernieuwde samenwerking betere kansen biedt: “Ik ben een stuk milder geworden, terwijl Fernando volgens mij meer volwassen is dan hij in 2007 was.”

Volgens Dennis is het verder niet zo dat Alonso bij zijn terugkeer heeft gevraagd om de rol van onbetwiste kopman binnen het team te krijgen. “Absoluut niet. Hij heeft daar nooit op aangedrongen. Integendeel zelfs: Fernando heeft zeer duidelijk gemaakt dat hij verwacht dat hij en zijn teamgenoot Jenson Button als gelijken behandeld worden.”

2007
In 2007 was de strijd tussen Alonso en zijn toenmalige teamgenoot Lewis Hamilton om ‘nummer één status’ bij McLaren de aanleiding voor alle opvolgende problemen, die verergerd werden doordat de twee ook op het scherpst van de snede met elkaar om de titel vochten, waar Ferrari-coureur Kimi Räikkönen uiteindelijk mee aan de haal ging.

Bij McLaren was Alonso ondertussen verbolgen omdat hij het gevoel had gekregen dat Hamilton de favoriet van het team was. Alonso dreigde er daarna naar verluidt mee de actieve rol van McLaren in de ‘Spygate’ spionage affaire – waarbij vertrouwelijke informatie van Ferrari bij het team uit Woking terecht was gekomen – aan de grote klok te hangen om zo zijn zin te krijgen. McLaren bekende uiteindelijk zelf, wat het team flinke straffen opleverde.