Volgens Marcus Ericsson is het fatale raceongeluk van Ronnie Peterson in 1978 de reden dat Zweden lang niet meer vertegenwoordigd was in de Formule 1. “Petersons dood was een gigantische klap voor de Zweedse autosport.”

Peterson, statistisch gezien de beste Zweedse Formule 1-coureur ooit, was in 1978 betrokken bij een grote startcrash tijdens de Grand Prix van Italië. In het ziekenhuis overleed hij aan zijn verwondingen. Zweden bracht sindsdien nog maar twee Formule 1-coureurs voort, terwijl voor Petersons dood de teller op acht stond. Stefan Johansson was in 1991 de laatste Zweedse coureur. Ericsson volgt hem nu op. Afgelopen week reed hij zijn eerste kilometers voor zijn nieuwe werkgever Caterham tijdens de wintertest in Jerez.

“Er loopt genoeg talent rond in Zweden, daar ligt het niet aan”, vertelt Ericsson tegen GPUpdate. Ook het racefanatisme is er in Zweden nog altijd volgens de Caterham-coureur: “Het is lang geleden dat we een Formule 1-coureur hebben gehad. Dat ik ga rijden is in Zweden groot nieuws. Misschien komt die lange afwezigheid ook wel doordat we in Zweden nooit een situatie hebben gehad zoals in Finland, waarbij de ene coureur de ander in de sport helpt als hij zelf besluit te stoppen.”