Ondanks deze dreigende uitspraak, geeft Fernandes aan dat hij er alle vertrouwen in heeft dat Caterham in 2014 eindelijk de langverwachte sprong vanuit de achterhoede naar de competievere regionen van de grid zal maken: “Absoluut. Ik geloof nog altijd voor honderd procent dat we de klus kunnen klaren. Als ik dat niet zou doen, zou ik er al mee gestopt zijn.” “Ik zie diezelfde overtuiging ook bij de rest van het team”, vervolgt Fernandes. “Ik zie een vuur in hun ogen dat ik al een paar jaar niet heb gezien. Ik geloof ook echt dat ze goed werk hebben geleverd, maar mijn boodschap aan alle 250 Caterham-medewekers blijft staan: dit is de laatste kans.” Roer om
Om Caterham in de best mogelijke positie te brengen van die laatste kans een succes te maken, kon de teamleiding volgens Fernandes niet anders dan het roer omgooien. Hij geeft dan ook toe dat dit heeft meegespeeld in de beslissing coureurs Charles Pic en Giedo van de Garde te bedanken voor bewezen diensten en met Kamui Kobayashi en Marcus Ericsson voor een geheel nieuw duo te gaan. Hoewel hij erkent dat de komst van Ericsson deels aan geld te danken is, heeft Fernandes voor Kobayashi gekozen omdat de Japanner – ondanks dat hij goedkoop is aangezien hij geen salaris ontvangt – boven alles ‘een spectaculaire coureur is die behalve ervaring ook veel energie met zich meebrengt’. “Dankzij die eigenschappen heeft zijn komst het hele team een adrenaline-boost gegeven.”