Een kruidje-roer-me-niet, dat is Juan Pablo Montoya nog steeds wel. In zijn tijd als coureur bij Williams en McLaren was hij altijd goed voor een boute uitspraak. Het maakte de Colombiaan populair maar ook een uitdaging om te interviewen, daar kwam Jo Bossuyt achter in 2005 in Sepang. “Montoya interviewen is een helse rit. Omdat hij gas geeft wanneer je denkt dat hij gaat remmen, en naar links stuurt als je rechts verwacht”, schrijft Bossuyt. Een relaas van vijfentwintig hete minuten in Maleisië. “Waarom ben je hier als je het niet meer leuk vindt? Rot dan op!” 

In deze tijden van coureurs die als persberichten spreken en in elke zin hun best doen om poeslief te zijn voor hun zesendertig sponsors, is het goed praten met Juan Pablo Montoya. Die in het begin van het gesprek bovenop de kast plaats neemt. FORMULE 1 durft namelijk te suggereren dat Formule 1 niet meer zo boeiend is als vroeger.

Lees ook: Flashback ’05: Een vrolijke Kimi Räikkönen over paparazzi, feesten en zijn zwembad zonder duikplank

Plezier bij Mclaren
Montoya: “Godv… Ik snap niet waarom iedereen in de paddock daar over blijft zeiken, dat Formule 1 niet meer leuk is. Als je het niet leuk vindt, dan moet je hier niet zitten. En dan moet je zeker mijn kostbare tijd niet verspillen. Rot dan op. Waarom ben jij hier trouwens, als je het niet leuk vindt? Vraag dan een andere sport aan. Vraag of je golf mag verslaan, of iets dat je wel kan boeien. Shit.”

Maar dat hij van Williams naar McLaren overstapte, dat was toch ook een beetje omdat hij iets anders wilde? Juan Pablo komt zowaar tot rust. “Je hebt gelijk, ik wilde iets anders. Omdat ik bij Williams een punt had bereikt waarop ik er eigenlijk niet veel lol meer aan beleefde. Die overstap naar McLaren heeft dat plezier teruggebracht. Ik geniet weer. Nieuwe mensen, een andere manier van werken. Scheelt een hoop.’’ En daar had hij zelfs heel wat voor over. Ron Dennis zei hem dat hij moest afslanken, en Juan Pablo slankte af. Weer is hij boos: “Onzin. Ik vermagerde niet omdat Dennis me verplichtte. Wél omdat ik het zelf wilde. Omdat Kimi een stuk lichter is, ik wilde precies evenveel wegen. Zodat we gelijke kansen hebben.”

Montoya in een onderonsje met Lisa Dennis, de vrouw van teambaas Ron Dennis. Foto: Motorsport Images

JPM hapt toe
Tijd om weer wat vuur in het gesprek te brengen. FORMULE 1 dringt aan. “De hele buitenwereld vergelijkt voortdurend jullie tijden. En niet pas als het Europese seizoen begint.” Juan Pablo hapt toe: “Kijk, er is niemand die mijn prestaties beter weet in te schatten dan ik zelf. Net zoals Ron Dennis me niet hoeft te zeggen dat ik een fout heb gemaakt. Net zoals hij me niet hoeft te zeggen dat ik het goed heb gedaan. Dat weet ik zelf wel. We beseffen allemaal zeer goed wanneer we het verkloot hebben. Alleen is het voor sommige rijders niet altijd even makkelijk om dat te aanvaarden. Ik kan daar goed mee overweg, ik heb er geen probleem mee van mezelf te zeggen: you’ve screwed up. Net zoals je van jezelf ook haarfijn weet of je wel of niet tot het uiterste bent gegaan.’’

Lees ook: Flashback ’96: Toen journalisten nog met Mika Häkkinen meevlogen naar Monaco

We confronteren hem met een paar uitspraken over het enfant terrible. “Montoya is heel snel, misschien wel de snelste, maar maakt te veel fouten.”  “Of ik het daar eens mee ben? Nee. Ik vind niet dat ik veel fouten maak. De eerste twee seizoenen wel, ja. Nu niet meer. Iedereen maakt fouten. Hangt ook veel af van de auto die je hebt. Neem nu Michael vorig jaar: geen centimeter verkeerd gereden. Waarom? Omdat hij een perfecte auto had. Dat was gewoon op kruissnelheid racen, nooit pushen. Dan is het natuurlijk niet moeilijk om foutloos te rijden. Met een auto die niet perfect is, moet je de gebreken compenseren met dingen die je anders niet zou doen. Zo maak je sneller fouten.’’

Foto: Motorsport Images

‘Kimi heeft meer in de zon gezeten dan ik’
“Montoya, getalenteerd maar niet echt toegewijd met het vak bezig.” 
Juan Pablo steigert. “Wat een onzin, man. Dat kan alleen maar uit de mond van een Duitser komen. In al die jaren met de mensen van BMW heb ik duidelijk aangevoeld wat die kerels van racen vinden. Volgens de Duitsers ben je een goede als je minstens vijftien uur per dag overlegt met de ingenieurs. Frank Williams is geen Duitser, maar hij zat ook zo in elkaar. Bij Williams moesten we op vrijdag tot half negen op het circuit blijven. Om te overleggen. Dat was gewoon­ belachelijk. Mijn manier van werken vind ik best goed. Je moet ook niet overdrijven. Als je alles al hebt besproken met je ingenieurs, dan moet je dat niet nog eens overdoen om aan je vijftien uur per dag te komen.”

Lees ook: Flashback ’05: Jos vertelt over de eerste kartrace van zevenjarige Max (die hij ook meteen won)

“Als je overdrijft dan krijg je zelfs het omgekeerde effect, denk ik. Meer in de auto zitten en rijden, meer tijd op het circuit doorbrengen, dat zou helpen. Maar als je alles keurig hebt doorgenomen dan heeft het ook geen zin om daarover te blijven zeiken. Dan trek je je terug om te ontspannen. Dan kom je de volgende dag fris terug om te rijden, met alles wat je weet in het achterhoofd. Dat is mijn benadering. Trouwens, als je denkt dat ik niet gedreven ben, wat moet je dan denken van Kimi? Hij heeft misschien maar half zoveel gewerkt als ik, de afgelopen winter.’’ Zijn blik schuift naar de pr-vrouw van McLaren, ze kijkt sip. “Ach ja, Kimi werkt natuurlijk ook heel hard, maar hij heeft toch wat meer tijd in de zon doorgebracht dan ik.’’

‘Kan me geen reet schelen als ik straks op het strand lig’

“Overdrijven is nooit goed. Neem nu Cristiano da Matta. Die is ook zo bezeten. Hij fietst zo graag en zo veel, dat de dokter hem nu een maand lang verbiedt om nog te fietsen. Omdat hij al maanden overdrijft. In plaats van zijn conditie te verbeteren, sloopte hij zijn lichaam. Te veel is nooit goed. Geldt ook voor bezoekjes aan de fabriek.’’ De levensvisie van Juan Pablo Montoya. Of hoe je gedrevenheid relativeert. Heeft hij wel de gedrevenheid om ooit wereldkampioen te worden? Anders gesteld: zal hij zijn carrière als vol beschouwen als hij nooit die titel kan pakken?

Foto: Motorsport Images

“De titel is geen must. Anderzijds wil ik dat fucking championship natuurlijk winnen. Dat wil iedereen.’’ En als het niet lukt? “Dan zal ik me kunnen troosten met de wetenschap dat ik er al het mogelijke voor gedaan heb. Je kunt ook niet alles winnen. Ik pakte de titel in de Champcars, ik won de Indy 500 en was kampioen in de F3000.’’ Klopt, maar dat herinnert niemand zich meer. “Dat kan me geen reet schelen’’, reageert Juan Pablo geagiteerd.

Lees ook: Flashback ’13: Profetische woorden van Hamilton: ‘Bij Mercedes valt nog wat te winnen’

“Denk je nu echt dat wij, coureurs, daar wakker van liggen, van wat de mensen wel of niet onthouden? Het kan me geen reet schelen wat je straks over mij in je artikeltje schrijft. Het maakt me niets uit dat je vergeten bent dat ik de Formule 3000 heb gewonnen, dat je niet meer weet dat ik de Indy 500 heb gewonnen, of de Champcar-titel. Maar ik wed dat je nog heel goed weet dat ik er in mijn eerste seizoen in Europa niets van terechtbracht. Ach, maakt me niets uit.”

“De dag dat ik ermee stop, dan zal ik weten: Juan Pablo, je hebt grote dingen laten zien. Wereldkampioen Formule 1 of niet. En of jij dat nu wel of niet leuk vindt: ik ben héél tevreden over mijn carrière. Ja, schrijf dat maar op. En over tien jaar? Vind jij dan maar dat mijn carrière mislukt is omdat ik nooit wereldkampioen was. Maar denk niet dat ik daar last van zal hebben als ik met mijn luie krent op de fucking beach lig. It’s not going to fucking matter, toch? Weten dat je je best hebt gedaan, dat is belangrijker.’’