De Formule 1 hoopt het aantal sprintraces volgend jaar te verdubbelen van drie naar zes, zegt algemeen directeur van de Formule 1 Ross Brawn. De Brit is ervan overtuigd dat de teams er de voordelen van inzien.

Het sprintformat werd vorig jaar geïntroduceerd om de raceweekenden wat spannender te maken. De meningen liepen uiteen en er was geen unaniem akkoord voor het verhogen van het aantal sprintraces voor dit seizoen. De vergoeding voor zo’n sprintweekend was daarbij het struikelblok, waardoor er dit seizoen opnieuw drie sprints zijn. Daar komt als het aan Ross Brawn ligt volgend jaar alsnog verandering in.

Op dinsdag is er een bespreking met de teams, waar dit ter sprake zal komen. “We willen dan bespreken om het te verhogen naar zes”, zegt Brawn. Hij is ervan overtuigd dat de teambazen het succes van het format zien. “Ik denk dat we vorig jaar nog niet helemaal wisten waar we stonden met de oude bolides. Maar ik denk dat ze kunnen zien hoe dit doorwerkt in de nieuwe auto’s en de filosofie van de nieuwe auto’s.”

Lees ook: Preview: Kan Verstappen rivaal Leclerc na zijn eindsprint ook in de marathon in Imola verslaan?

“Ik ben optimistisch dat ze allemaal de waarde ervan zullen inzien en zien wat we de fans hebben gegeven”, vervolgt Brawn. “Ik denk dat je altijd moet onthouden dat de sprint je ook een geweldige vrijdag geeft. Als we de kwalificatie op vrijdag hebben, hebben we drie dagen actie voor de fans en dat kun je niet negeren”, meent Brawn.

(Tekst loopt door onder de foto)

Foto: Motorsport Images

Luisteren naar meningen

Opvallend is overigens dat Brawn duidelijk maakte dat hij weinig interesse heeft in de mening van George Russell, die de sprintrace een ‘optocht’ noemde. “Ik ben er geen grote fan van, het zou iets van vijftig procent langer moeten duren of in ieder geval dat kleine beetje om de banden te zien slijten”, zei Russell, voorzitter van coureursvakbond GPDA, die elfde werd.

Lees ook: Mercedes anoniem en puntloos in sprintrace Imola: ‘Kwamen topsnelheid tekort’

Brawn denkt dat de mening van Russell beïnvloed wordt door het tegenvallende resultaat. “Wanneer een van mijn coureurs een slechte auto had, klaagde hij over de race!”, stelt Brawn. “Ik denk dus dat George’s mening, of de mening van wie dan ook achteraan, niet de mening is waar we echt naar luisteren.” Wel wil Brawn luisteren naar de mening van de coureurs ‘die zeer competitief zijn’ en ‘in het middenveld of vooraan’ vechten. Later nuanceerde hij nog wel zijn uitspraken. “Natuurlijk zullen we luisteren, we zullen het niet negeren, maar je moet wel naar het perspectief kijken.”