De Grand Prix van Singapore zette in 2008 de toon met Formule 1’s eerste nachtrace en is sindsdien in rap tempo uitgegroeid tot een klassieker op de kalender. In 1961 was het op het Upper Thomson Road stratencircuit niet anders.

Ian Da Cotta is in Singapore een gerespecteerd journalist. Er stroomt wat Nederlands bloed door zijn aderen, waar hij naar eigen zeggen ‘bijzonder trots’ op is. De Grand Prix in zijn woonplaats is voor hem een jaarlijks hoogtepunt. Da Cotta was degene die namens de plaatselijke krant Today de wereldprimeur had dat de Aziatische metropool Formule 1’s eerste nachtrace zou gaan organiseren. Geen wonder: autosport heeft hem van jongs af gefascineerd.

Upper Thomson Road Circuit

Als kind bezoekt Da Cotta in de jaren 60 en 70 met zijn vader elk jaar de Grand Prix van Singapore, hét race-evenement van Zuid-Oost Azië dat steevast 100.000 toeschouwers trekt. Auto- en motorcoureurs wagen er hun leven op het 4,8 kilometer lange Upper Thomson Road Circuit, waar de in totaal veertien bochten onheilspellende namen dragen als Circus Hairpin, Long Loop, Murder Mile, Peak Bend, The Snakes en Devil’s Bend. Bossen waren gekapt om op het (tijdelijke) stratencircuit tribunes te kunnen plaatsen.

“De baan was supersnel en behoorde destijds tot een van de beste en meest uitdagende stratencircuits ter wereld”, meent Da Cotta, die ruim tien jaar geleden in boekvorm een fraai document over de geschiedenis van de Singaporese GP afleverde. “Sir Stirling Moss zei tijdens een eerste kennismaking met het circuit in 1963 dat hij geen andere plek kende, ook niet in Europa, waar zo’n schitterend stratencircuit lag. Hij wilde er zelf ook graag racen.” Dat komt er nooit van. De legendarische Brit, volgens de overlevering de beste coureur die nooit wereldkampioen Formule 1 is geworden, heeft een jaar eerder na een zware crash op Goodwood zijn raceloopbaan beëindigd.

De Grand Prix van Singapore begint begin jaren 60 als een project in het kader van Visit Orient Year om toeristen naar de stadstaat te lokken. Een meesterzet. De toegang bedraagt één SGP-dollar, een stoeltje op de hoofdtribune kost vijf. In totaal melden zich in 1961 210 auto- en motorcoureurs voor de inaugurele race. Voor de winnaars in beide disciplines ligt 1.000 dollar klaar. Twaalf jaar later schrijven 320 piloten zich in, het prijzengeld is verhoogd naar 10.000 dollar voor de winnaar van de autorace en 7.000 voor de motorrace.

Onverwachte en snelle dood

“Grote sponsors stonden in 1973 in de rij, de race trok miljoenen tv-kijkers in Azië, Australië, Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk”, aldus Da Cotta. “Het leek erop dat motorsport een grote toekomst in Singapore zou hebben en de Formule 1 er ook snel naartoe zou komen.” Maar de Grand Prix sterft na dertien jaar een onverwachte en snelle dood, er komt van de organisator – de Singaporese Motorsport Club – geen verklaring over het hoe en waarom. Het duurt uiteindelijk 35 jaar voordat de Formule 1 er alsnog landt. Met een luide knal en een wereldprimeur: een race onder kunstlicht. En opnieuw op de openbare weg.

(Tekst gaat verder onder de afbeelding)

Voormalig commercieel rechtenhouder Bernie Ecclestone (l) en Ong Beng Seng, de entrepreneurs die de Grand Prix van Singapore in 2008 als eerste nachtrace op de F1-kalender zetten. © Motorsport Images.

Te hoge kosten

“Eind jaren 80 was er ook al sprake van dat de Formule 1 naar Singapore zou komen”, vertelt Da Cotta. Commercieel rechtenhouder Bernie Ecclestone is een van de breinen achter het plan. In 1987 ontmoet hij bij de GP Monaco zakenman Ong Beng Seng om de mogelijkheid van een Singaporese GP te bespreken. Er wordt in allerijl een ontwerp gemaakt voor een permanent circuit nabij Changi Airport. Als dat er komt en er wordt aan Ecclestone’s andere financiële eisen voldaan, dan kan de GP Singapore in 1991 worden verreden.

“Maar de kosten waren uiteindelijk toch te hoog”, zegt Da Cotta. “Toen Formule 1 later populair werd, honderden miljoenen tv-kijkers trok en landen als Maleisië, China en Bahrein door het organiseren van Grands Prix wereldwijd in de schijnwerpers kwamen te staan en veel toeristen trokken, begon Singapore er ook weer over na te denken.” Ecclestone en Ong Beng Seng pakten ditmaal wel door. Da Cotta: “De rest is geschiedenis.”         


De speciale Dutch Grand Prix editie van FORMULE 1 Magazine vind je nu in de winkel of in je brievenbus! Bestellen kan ook online en dan heb je jouw exemplaar, met gratis bezorging in heel Nederland, nog voor de Grand Prix binnen! In deze editie vind je alles wat je nodig hebt voor de race op Zandvoort, van mooie interviews tot achtergronden en nuttige informatie. Zoals:

  • Exclusief! Max Verstappen over de toekomst, records, zijn raceteam en winnen
  • Rob Kamphues brengt een ode aan zijn jeugdheld Jan Lammers
  • Mister Zandvoort, Piet Keur: ‘Na de GP droeg iedereen op school een F1-teamjas’
  • Overzichtelijke plattegrond en servicemap met het complete tijdschema
  • Fotoreportage: Peter van Egmond over zijn jaren op Zandvoort
  • Column Nelson Valkenburg
  • En verder alles wat je moet weten over de Dutch Grand Prix 2023!