Hoewel het er naar uitziet dat hij zijn plekje bij Caterham gaat verliezen, koestert Heikki Kovalainen toch nog een beetje hoop op een goede afloop. De Fin is echter realistisch genoeg om in te zien dat dit waarschijnlijk ijdele hoop is.

“Ik wacht nog steeds op een beslissing van het team, maar aangezien ik al zo lang in de wachtkamer zit en ik geen geld mee kan brengen, ben ik niet al te hoopvol meer”, erkent Kovalainen in gesprek met Autosport.

In datzelfde interview benadrukt Kovalainen dat hij weet dat Caterham graag met hem verder wil. “Maar het geld blijft een probleem”, beklemtoont hij eveneens. “Het gaat niet om mijn salaris, want ik vraag helemaal niet veel, maar het verschil tussen wat ik aan sponsorgeld kan bijdragen – nul euro – en wat een paar andere kandidaten kunnen meebrengen, is enorm.”

“Caterham probeert daarom ook een aantal van de huidige sponsoren zo ver te krijgen om meer geld in te leggen, om het financiële verschil tussen een keuze voor mij en een keuze voor één van de andere jongens te verkleinen”, vertelt Kovalainen.

De Fin geeft verder nog aan dat hij behalve met Caterham ook nog met andere, grotere, teams gesproken heeft. “Absoluut, maar ik was lang niet de enige coureur die dat heeft gedaan en helaas voor mij zijn die gesprekken op niets uitgelopen.”

“De resultaten die ik de afgelopen jaren heb behaald, zijn namelijk niet genoeg gebleken om promotie naar een topteam af te dwingen. Wat daarnaast nog mee speelt, is dat de teams uit het middenveld zich in situaties bevinden waarin ze ook voor betalende coureurs moeten kiezen, dus ook die renstallen zijn geen optie voor me.”

Aangezien de kans groot is dat hij zijn plekje verliest, begint Kovalainen – die toegeeft dat hij eigenlijk had gedacht ‘beter in de markt te liggen’ – langzaamaan aan een ‘plan B’ te denken. “Ik wil natuurlijk het liefst blijven racen, maar als dat niet lukt, dan zou rijden in een goede auto ook een interessante optie zijn, al is het probleem met het aanvaarden van een rol als testrijder natuurlijk dat je als derde rijder tegenwoordig niet meer zoveel te doen hebt.”

“Aan iets anders dan de Formule 1 denk ik verder nog niet. Er zijn ook niet echt andere klassen die me weten te boeien en ik weet bovendien zeker dat ik nog steeds van meerwaarde kan zijn voor een Formule 1-team, dus dit is waar ik me op blijf richten.”