De wonderbaarlijke herrijzenis van Manor in Australië was minder spectaculair dan gepland, want de bolides van het team reden geen meter. In Maleisië denkt het team beter voorbereid aan de start te verschijnen.

Graeme Lowdon, de CEO van de renstal, is ervan overtuigd dat coureurs Roberto Merhi en Will Stevens op Sepang eindelijk in actie kunnen komen. “In Australië kwamen we tijd tekort”, zegt de Brit tegen Autosport. “Maar we hebben er alle vertrouwen in dat we onze zaakjes in Kuala Lumpur weer gewoon op orde hebben.”

In Melbourne heeft Manor namelijk al flinke vorderingen gemaakt, vertelt Lowdon: “Op vrijdag hebben we grote stappen gezet, dus we zijn er bijna.” Op dit moment worden de auto’s naar Maleisië vervoerd en kan het team er niet aan werken, verklapt Lowdon verder. “We kunnen er pas weer bij als we in de garage op het circuit zijn”, zegt de CEO.

“Maar als we dan op hetzelfde tempo doorwerken als in Australië, moet het gewoon weer business as usual zijn. We hebben iedereen in huis die we nodig hebben om het probleem op te lossen, dus we komen er wel.”

Kritiek

Dat Manor het niet voor elkaar kreeg haar wagens in Melbourne de baan op te sturen, kwam het team op kritiek te staan. Boze tongen riepen dat het de formatie slechts om het incasseren van prijzengeld te doen was, en Formule 1-opperhoofd Bernie Ecclestone vond dat “we Manor nooit toe hadden moeten laten”.

Lowdon vindt dat de critici echter onderschatten hoe lastig het is om de auto’s raceklaar te maken. “Omdat de auto’s zo ingewikkeld in elkaar zitten, zien de mensen het probleem niet direct en denken ze: waarom rijden ze niet?”, legt hij uit. Van kwade opzet wil Lowdon daarom ook niets weten. “We zijn er niet beter van geworden door niet te rijden in Australië.”

“We kregen met een hele reeks problemen te maken”, gaat Lowdon verder. “In het begin van het weekend moesten we nog zorgen dat we simpelweg met alle systemen van de auto konden communiceren. Het team heeft keihard gewerkt. En omdat we niet reden, was het voor de buitenwacht niet duidelijk hoeveel moeite we hebben gedaan.”