Het is bijna elke vrije training wel raak: een McLaren komt langs de kant te staan met een kapotte motor. In Brazilië was Fernando Alonso de pechvogel.

Het motorprobleem komt Alonso in elk geval niet op gridstraf te staan: voor zaterdag installeert het team de motor die hij in Mexico gebruikt heeft. “Daar staan nog niet veel kilometers op”, zegt de McLaren-coureur. Gelukkig: “We hebben morgen nog genoeg werk te verzetten.”

De Honda-krachtbron van de Spanjaard gaf de geest in de tweede training. ’s Morgens was Alonso met 29 ronden nog productief, maar ’s middags kwam hij niet verder dan 10. Zijn beste tijd van 1:15,744 was bijna drie seconden langzamer dan die van snelste man Nico Rosberg.

Toch houdt Alonso de rug recht. “Ik ben niet gefrustreerd”, stelt hij. “Ik hoop ergens dat we nu en in Abu Dhabi tegen zoveel mogelijk problemen aan lopen, zodat we volgend jaar overal vanaf zijn. We leren met vallen en opstaan, maar dat is de enige manier om succesvol te worden.”

Button blijft heel

Jenson Button kon in São Paulo zijn trainingsprogramma afwerken zonder gestoord te worden door technisch malheur. De Britse routinier werd achtereenvolgens dertiende en zestiende. “Ik kijk op vrijdagen nooit naar de tijden, het gaat om hoe de auto voelt”, verzekert hij echter.

Op dat gebied is nog verbetering nodig, vertelt Button. “We hadden moeite met de balans. En er is wel grip hier, maar we konden er niet optimaal gebruik van maken. Het gaat nog niet perfect, maar als we er vanavond nog hard aan werken, rijdt de auto vast beter.”