Renault-chef Cyril Abiteboul geeft aan dat McLaren er rekening mee moet houden dat het minder invloed kan uitoefenen op het motorontwerp dan bij Honda het geval was. “We staan open voor suggesties, maar de kans is klein dat we die snel kunnen verwerken”, zegt hij tegen Autosport.

Na drie moeizame jaren nam McLaren afgelopen jaar afscheid van motorleverancier Honda en gaat het dit jaar verder met Renault. De Britse renstal hoopt daarmee op betere resultaten, maar het geeft daarvoor wel privileges op.

Bij Honda was McLaren immers de enige klant en kon het dus direct invloed uitoefenen op het ontwerp. Bij Renault krijgt McLaren een min of meer kant-en-klaar product, waar ook het fabrieksteam van Renault en Red Bull gebruik van maken. Er is dus weinig tot geen ruimte om specifieke wensen door te voeren.

“De situatie is ingewikkeld”, zegt Abiteboul tegen Autosport. “Het is anders dan bij Honda, dat afhankelijk was van McLaren. Bij ons liggen de parameters al vast. We hadden al een krachtbron ontwikkeld voordat de samenwerking met McLaren rond was.”

Renault staat wel open voor suggesties. “We stellen ons bescheiden op”, aldus Abiteboul. “Er is altijd ruimte voor verbetering. We doen het stap voor stap. Voor 2018 en zelfs 2019 is het al erg laat om nog grote aanpassingen door te voeren. Maar als de samenwerking vruchtbaar blijkt, valt er op de langere termijn zeker te praten over directere inbreng.”