Coureurs die op hun CV willen zetten dat ze Michael Schumacher hebben verslagen, hebben daar nog vijf races de tijd voor. Daniel Ricciardo kan die prestatie alvast afvinken. “Die foto komt in het plakboek.”

En het ging nog ergens om ook: Ricciardo en Schumacher streden in Suzuka om de tiende plaats. De Mercedes van de scheidend zevenvoudig wereldkampioen was sneller, maar Ricciardo hield de Duitser achter zich. Dit tot grote tevredenheid van zichzelf.

“Ik ben erg blij dat ik dat gevecht met Michael gewonnen heb”, aldus Ricciardo die Schumacher voortaan bij zijn voornaam noemt. “Mijn auto was minder snel dan die van hem, maar het team hielp me bij het optimaliseren van KERS en DRS, zodat ik er in slaagde hem te verslaan. Het gebeurt niet elke dag dat je met een zevenvoudig wereldkampioen kunt vechten, en aangezien hij nog maar een paar races rijdt, ben ik blij dat ik dit heb meegemaakt. Als er foto’s van zijn, komen ze in mijn plakboek!”

De race van Jean-Eric Vergne was minder spannend. De Fransman zal zich wellicht afvragen hoe het toch kan dat Schumacher in het kielzog van zijn teamgenoot Ricciardo wel steeds op tijd kon remmen. In Singapore was de Fransman immers het slachtoffer van Schumachers dadendrang. Nu kon hij alleen maar hopen uit uitvalbeurten van anderen.

“Ik had best een aardige start, maar plotseling kwam ik Nico Rosberg tegen, die vlak voor mijn neus achteruit de baan overstak. Ik moest flink in de remmen zodat iedereen me weer voorbij ging. Daarna was ik sneller dan Bruno Senna en de Force India’s, maar passeren was onmogelijk.” Vergne eindigde op de dertiende plek.