Lotus-coureurs Heikki Kovalainen en Jarno Trulli begonnen als achttiende en negentiende aan de Grote Prijs van Turkije, maar eindigden de race uiteindelijk in omgekeerde volgorde.

Dat Trulli aan het eind van de rit voor zijn Finse teamgenoot eindigde, komt omdat beide coureurs twee totaal verschillende zondagen meemaakte.

Voor Trulli ging alles namelijk naar wens, maar voor Kovalainen niet, zo blijkt uit het persbericht van de Engels-Maleisische renstal.

“Het was een vrij goede race, vooral in het begin”, laat Trulli namelijk optekenen. “Ik had wederom een ontzettend goede start, al kon ik deze niet maximaal uitbuiten doordat iemand me blokkeerde. Daarna kreeg ik het lastig met de banden en besloten we over te schakelen op drie pitstops. Dat pakte redelijk goed uit.”

De lezing van Kovalainen is minder positief: “Ik heb een behoorlijk zware middag gehad”, verzucht hij. “Ik kampte met wat mechanische problemen en had ook nog een hydraulisch lek, wat de verstelbare achtervleugel en het differentieel weer beïnvloedde, terwijl onze strategie evenmin oplverde wat we ervan verwacht hadden”, somt hij op.

Dat zowel hij als teamgenoot Trulli de vlag heeft gehaald, stemt Kovalainen dan wel weer tevreden. De Fin heeft bovendien al zin in de Grand Prix van Spanje, omdat Lotus dan met een grote update komt. “Daar kunnen we een grote stap maken”, denkt hij, hetgeen Trulli beaamt: “In Spanje kunnen we dankzij onze updates meedoen met het middenveld.”