Lotus-coureur Jarno Trulli deelt de mening dat de kwalificatie door de introductie van de Pirelli-banden en nieuwe regels gedevalueerd is, al denkt hij wel dat de races er spannender door zijn geworden.

Trulli is niet de eerste of enige om vraagtekens te zetten bij de waarde die de kwalificatie nog heeft, maar schrijft in zijn column voor het Italiaanse dagblad Repubblica dat elk nadeel in zijn ogen ook een voordeel heeft: “De kwalificatie heeft niet meer zoveel waarde, terwijl de races daarentegen spannender zijn.”

Wat de kwalificatie betreft kan Trulli het niet laten op te merken dat deze sinds begin dit jaar van minder betekenis lijkt te zijn: “In Turkije zagen we voor het eerst dat de coureurs die Q3 halen niet per se voor de poleposition gaan, maar het strategisch aanpakken en een setje banden proberen te sparen.”

“Wat dat betreft begon de race eigenlijk al op zaterdag, want de jongens uit de toptien sloegen na Q2 gelijk aan het rekenen om te kijken of ze er mee weg zouden komen om een setje banden achter de hand te houden voor zondag”, legt Trulli uit.

“De toppers reden allemaal een enkele snelle ronde en lieten het er toen bij zitten, terwijl ook de subtoppers – die het gevecht om de goede startplaatsen normaal gesproken spannend moeten maken – het ook bij een enkele run lieten en geen eens een poging deden hoger op de grid te komen.”

De ervaren Italiaan (36), zelf goed voor vier polepositions en een totaal van vijftien starts vanaf de eerste startij, laat in het midden of deze veranderingen de zaterdag verpest hebben. “Dat wil ik niet zeggen”, benadrukt hij. “Ik constateer alleen maar dat de situatie veranderd is en de coureurs zich daar op hebben aangepast, wat voor- en nadelen met zich meebrengt”

“Het nadeel van dit alles is zoals gezegd dat de kwalificatie minder spectaculair is en meer op een tactisch steekspel lijkt, terwijl de races meer spanning met zich meebrengen en door de bandenslijtage en pitstopstrategie pas in de laatste tien á vijftien ronden worden beslist.”