Weinig respectvol, zo omschrijft Max Verstappen de kritische opmerkingen van Lewis Hamilton en Sebastian Vettel aan zijn adres na de Grote Prijs van Mexico. Toch ziet hij het als iets positiefs: “Ik zit duidelijk in hun hoofd. Dat lijkt me goed.”

Na de Grand Prix van Mexico, waarin Verstappen en Hamilton licht contact maakten in de eerste bochtencombinatie, merkte winnaar Lewis Hamilton in de persconferentie op ‘altijd wat extra ruimte voor Verstappen te laten’. “Ik had ook al verwacht dat hij me zou torpederen”, voegde de Brit er nog aan toe.

Max Verstappen en Lewis Hamilton maken contact bij de start in Mexico.

Wat Hamilton verder liet optekenen, is dat hij elke coureur anders benadert, maar er een paar types zijn. “Sommigen zijn agressiever dan anderen. De een is agressief op een slimme manier, de ander is minder doordacht.” Bij Verstappen is het ‘waarschijnlijker dat er contact is’, aldus Hamilton.

Lees ook: Hamilton verwachtte torpedo-actie van Verstappen: ‘Laat altijd wat meer ruimte bij hem’

Sebastian Vettel zat er in Mexico bij, keek ernaar en kon er wel om lachen. Hij had er niets aan toe te voegen, maar was duidelijk dezelfde mening toegedaan. “Kopieer en plak Lewis’ antwoord maar”, lachte hij, gevraagd naar zijn visie.

Max Verstappen met Lewis Hamilton en Sebastian Vettel.

In Amerika is het Verstappens beurt om op te komen draven in de persconferentie, en hij kan niet lachen om Hamiltons en Vettels uitlatingen van nog geen vijf dagen geleden. “Ik vond het een beetje een domme opmerking”, zegt hij over Hamiltons uitspraak dat hij al had verwacht dat Verstappen hem zou raken.

“Ik denk dat ik altijd hard, maar fair race”, verdedigt Verstappen zich. “Ik vind het dan ook niet juist, maar ja, het is makkelijk om iemand af te vallen. Ik maak me er niet druk om. Ik denk zelfs dat het positief is als ze over je praten. Het betekent dat je in hun hoofd zit”, echoot hij de woorden van zijn vader Jos.

Lees ook: Jos Verstappen: ‘Lewis Hamilton voelt zich gewoon bedreigd door Max’

Verstappen junior voegt eraan toe zich liever op het racen dan een verbaal gevecht te richten. “Dat ik in hun hoofd zit, lijkt me iets goeds”, zegt hij nog wel over de psychologische kant van de strijd.

“Ik heb het niet nodig mensen af te vallen in een persconferentie. In de eerste plaats omdat ik het niet bijster respectvol vind, ten tweede omdat ik het liever op het circuit uitvecht.” Naar eigen zeggen op maar één manier: “Hard, maar eerlijk. Op het randje. Zo vechten, daar zijn we hier volgens mij voor. We zijn racers.”