Grand Prix-winnaar Lewis Hamilton was gewoon te snel, geeft Sebastian Vettel toe. Dat de strategie van Ferrari niet zo goed was, hielp de Duitser echter ook niet mee.

Toen na elf ronden de virtual safety car werd afgekondigd, riep Ferrari de op dat moment leidende Vettel direct naar binnen, veel eerder dan de rest van het veld. De Scuderia rekende op hoge bandenslijtage, maar dat bleek in de praktijk erg mee te vallen.

“We gingen al vroeg voor een afwijkende strategie, waarmee we uiteindelijk weer aan de leiding zouden komen”, zegt Vettel. “Lewis bleef toen buiten, en hij kon ontdekken hoe de banden het zouden doen. En het bleek dat die het langer uithielden dan we hadden gedacht. Daardoor was het moeilijk om op versere banden het gat te dichten.”

Maar dat mag geen excuus zijn, vindt Vettel. “Lewis was gewoon te snel, dat was het probleem. Ik hou er niet van met de beschuldigende vinger te wijzen. We dachten gewoon dat de banden sneller zouden slijten.”

Vettel verlaat Montréal met opgeheven hoofd. “Al met al was het een fantastisch weekend. De afgelopen races hadden we het een beetje lastig. Nu zit er meer snelheid in de auto, en die hebben we er ook uitgehaald. Het was een heel leuke race. Ik heb de hele tijd gepusht.”

Räikkönen
Kimi Räikkönen verlaat het Circuit Gilles Villeneuve met een minder goed gevoel. Hij werd zesde. “Het was geen goede race. De start was al niet goed, al kon ik wel profiteren van het gevecht tussen de Mercedes-coureurs. Daarna had ik helaas veel moeite met de banden.”

Volgens Räikkönen deed Ferrari’s SF16-H het op zich goed op de semi-permanente omloop in Montréal, maar was het er te koud om het maximale uit de Pirelli’s te halen. De beslissing om onder de virtuele safety car de eerste stop te maken, was bovendien chaotisch, vertelt hij: “De call kwam vrij laat, dus ik ging in de ankers en de pits in. Toen riepen ze ineens dat ik buiten moest blijven, maar was het al te laat.”

Of het uiteindelijk veel verschil had voor het resultaat, durft Räikkönen niet te zeggen: “Ik kan het me niet voorstellen, maar je kan er over speculeren. Je hebt daar echter niets aan”, vindt hij. “Ik heb immers niet bereikt wat ik voor ogen had en aan dit resultaat valt niets meer te veranderen.”