Either you love it, or you hate it, maar eigenlijk valt de Grand Prix van Monaco niet weg te denken van de Formule 1-kalender. Het is dé glitter en glamour-klassieker van het jaar.

Natuurlijk ligt het gevaar van treintje rijden in Monaco altijd op de loer. Zeker dit jaar, waarin inhalen vrijwel onmogelijk is gebleken, mag je daar redelijkerwijs rekening mee houden. Dat betekent aan de andere kant dat acties die wél slagen de mannen des te meer onderscheiden van jongens.

Tussenstand WK

“Het is als helikoptervliegen in je woonkamer”. Aan deze uitspraak van Nelson Piquet wordt vaak gerefereerd om rijden in Monaco te typeren, en hoewel niemand dat kunstje ooit daadwerkelijk heeft weten te flikken, dekt het wel de lading. Zoiets als een foutenmarge bestaat niet in Monaco. Eén moment van onachtzaamheid en het is voorbij. De concentratieboog wordt tot het uiterste opgerekt, want de race over 78 ronden duurt traditioneel lang. En dat terwijl er vanwege de extreem korte baanlengte van 3.337 meter niet eens de gebruikelijke minimum raceafstand van 305 kilometer wordt afgelegd.

In tegenstelling tot de meeste circuits, moet het Circuit de Monaco het stellen met slechts één DRS-zone op startfinish. Ruimte voor nóg zo’n zone is er simpelweg niet. Want beroemde bochten als La Rascasse, Sainte Devote en de Loews Hairpin – nee, zo heet hij officieel niet meer, maar zo noemt iedereen hem wel nog steeds – volgen elkaar in rap tempo op.

Vorig jaar:
Och, wat was hij terneergeslagen op het podium. Daniel Ricciardo leek lange tijd op weg naar de overwinning in de natte straten van Monte Carlo. Zijn crew wist dat feestje echter behoorlijk te verpesten met een minder dan amateuristische pitstop. Lewis Hamilton ging er zo vandoor met de zege in de race die voor Max Verstappen in de muur eindigde. Het raceverslag van vorig jaar lees je hier.

Van de de mannen die zondag op de grid staan, wonnen deze coureurs al eens eerder in Monaco.

Hamilton: 2x

Räikkönen: 1x

Button: 1x

Vettel: 1x

 

In de spotlights
Hij heeft exact 180 dagen van zijn sabbatical kunnen genieten als hij op donderdag in de MCL32 van McLaren stapt. Jenson Button is voor even terug in het paddock en maakt zijn comeback als vervanger van Fernando Alonso, die voor het eerst deel zal nemen aan de Indy 500. Button won de race in het prinsdom al eens in 2009, toen de dominantie van Brawn GP weliswaar weg begon te ebben, maar hij alsnog magistraal naar de zege reed. “Het is een droom om juist hier nog één keer terug te keren”, aldus Button.

Max Verstappen heeft in tegenstelling tot Button geen daverend track record op het Circuit de Monaco. Hij startte er twee keer, maar zag zijn race even zo vaak in de muur eindigen. In 2015 gebeurde dat na een touché met Romain Grosjean, het jaar erop op een natte baan.

Toch heeft hij met goede trainingsresultaten ook al bewezen snel te kunnen zijn in Monaco, dus als Red Bull zijn zaakjes op orde heeft, valt er wellicht nog iets te halen voor de Nederlander. Motorvermogen is immers lang zo belangrijk niet in Monaco, en ook de korter dan gemiddelde wielbasis van de RB13 zou in theorie een voordeel moeten zijn in de vele krappen bochten die het circuit rijk is.

In Monaco mag je ook altijd met een schuin oog kijken naar de mindere goden die je normaal gesproken niet tot een goede klassering in staat acht. Maar crashes en de daaropvolgende safety car-perioden kunnen het veld goed door elkaar schudden en als aanvallen moeilijker wordt, wordt verdedigen vanzelf makkelijker.  Vraag dat maar in Enrique Bernoldi, die met de Arrows in 2001 David Coulthard een halve race lang achter zich hield, tot wanhoop en woede van alles dat McLaren heette.

Driver Steward: Derek Warwick

Bandenselectie Pirelli:
zacht, superzacht, ultrazacht

©Pirelli