In zijn nieuwe boek volgt onze medewerker Koen Vergeer alle successen en tegenslagen van Max Verstappen op weg naar de top. Voor zowel gelouterde fanaten als nieuwe Formule 1-fans is MaxMania een heerlijk avontuur. We mogen alvast een hoofdstuk publiceren.

Mail&Win

Maak kans op MaxMania
MaxMania verschijnt op 24 mei bij uitgeverij Atlas Contact. De paperback van 240 pagina’s kost € 19,99. Er is ook een e-book verkrijgbaar. Wij mogen 5 exemplaren van MaxMania weggeven. Het enige wat je hoeft te doen om kans te maken, is hier het deelnameformulier invullen

Winnen

Het is 15 mei 2016. Raceday. Wanneer ik op een ochtend van een Grand Prix opsta, is er onmiddellijk dat richtpunt, het kantelpunt van de dag: twee uur ’s middags, start van de race. Spanje vandaag, Barcelona. Alsof een lawine aan adrenaline vanbinnen al wacht om los te gaan. Koffie, croissantje, boterhammetje met kaas. Ik ben er niet echt bewust mee bezig, maar ergens in mijn lijf loopt een heel bekend spoor. Routine. Ritueel. Eigenlijk is het een enorm diepe vorm van ontspanning en concentratie, die ik al mijn hele leven zo eens in de twee weken beoefen. Als er geen Grand Prix is, gaat zo’n zondag langzamer, doellozer, zondagser. Dit is racedag.

In Spanje is Max tussen acht en halfnegen opgestaan. Een uurtje later vertrekt hij naar het circuit. Het is druk. Hij heeft nog wat sponsorverplichtingen, een meet and greet. Daarna is de bespreking met het team. Belangrijk. Gebaseerd op allerlei parameters als vleugelafstelling, benzineverbruik, asfalttemperatuur en bandenslijtage en vast nog een hele rits variabelen waarvan wij het bestaan niet eens vermoeden, hebben simulatieprogramma’s de optimale racestrategie berekend, compleet met mitsen en maren – denk alleen al aan een safetycarfase. Het wordt een twee- of een driestopper vandaag. Onderweg wordt dat beslist.

De eerste trackwalk bij zijn nieuwe team. Foto: Sutton Images

Het is Max’ eerste race voor Red Bull. Alles is nieuw. Nieuwe mensen, nieuwe denkprocessen, andere knopjes aan het stuur. Hij is grondig voorbereid. Tweeënhalve dag heeft hij in de simulator gezeten. Om de auto te leren kennen: het karakter, het vermogen, de mogelijkheden, de nukken. Zoeken naar afstellingen die passen bij zijn manier van rijden. Het circuit is ook uitvoerig besproken en doorlopen. Videobeelden van andere races heeft hij bekeken, samen met zijn engineers, op zoek naar trucs, manoeuvres, waar op de baan kun je wat doen? Zoals inhalen in de opeenvolgende bochten meteen na de start, wanneer je onverhoopt in de lange run naar de eerste bocht bent gepasseerd. Zoveel informatie om optimaal voorbereid te zijn. Formule 1 is voor een heel groot deel een mindgame.

Mind, mind… het moet straks wel gebeuren op het echte, harde asfalt, in de herrie, de wirwar en de chaos, tussen die eenentwintig andere draufgängers, nietsontziende winnaars die ook op weg zijn naar het allerhoogste doel in hun leven, en ze zijn er nu zó dichtbij, dichterbij dan ooit.

In de loop van de ochtend begin ik websites te checken. Twitter. Zoals altijd verwacht Ferrari op zondag de betere racepace te hebben. Het zal wel. Ze zullen er toch eerst voorbij moeten. Max verwacht niet te veel. Kilometers maken, het is allemaal nog wennen. Een podium zou al geweldig zijn.

Nog een halfuur voor de start. De wagens rijden de garages uit, de baan op. Alsof de schrijnen in de tempel opengaan en zo dadelijk de hymnen gezongen gaan worden. Brommende motoren op weg naar de grid. Allerlei laatste checks worden gedaan. Achter in de pits zitten mensen onafgebroken naar monitoren te staren. Alle systemen, de oliedruk, de temperatuur van de banden, van de remmen: alles wordt nauwlettend in de gaten gehouden. De grote teams hebben ver weg op de fabriek nog eens een hele batterij computers staan, waar alles extra wordt gemonitord, gecheckt en nagerekend. Het lijkt nog het meest op het vluchtleidingscentrum in Houston ten tijde van de Apollovluchten naar de maan. Ja, een ruimtevlucht is misschien het enige dat nog boven een Formule 1-Grand Prix uitstijgt.

Op de televisie zijn de voorbeschouwingen begonnen. In de Ziggo-studio grapt Tom Coronel dat de twee Mercedessen elkaar van de baan zullen rijden. Het is meer hoop dan verwachting. Niemand, echt niemand heeft het idee dat er deze middag Nederlandse Formule 1-geschiedenis geschreven gaat worden.
Als ze op de grid aangekomen zijn, stappen de coureurs weer uit. Nog even praten met de engineer of aan de kant van de baan in de schaduw gaan zitten om zich te concentreren. Sommige coureurs lopen snel even terug naar de pits om een plasje te doen. Oh, shit, dat heb ik ook altijd. Snel! Nog even. Het volkslied speelt al.

Zodra alle voetgangers de grid verlaten hebben, begint de opwarmronde. Circuit de Catalunya. Coureurs, auto’s en engineers kennen dit circuit van haver tot gort. In de winter is hier veelvuldig getest. Langzame bochten, snelle bochten, lekkere lange rechte stukken, omhoog en omlaag. Als je hier goed bent, ben je de rest van het jaar overal goed. Het hele veld, Max op plaats vier, rolt langzaam over het circuit. In de huiskamer dein ik mee. Ik begin meestal op de bank, maar nog voor de start zit ik al op de grond. Dan zit ik dichter bij de buis en kan ik in geval van paniek alle kanten op. Hoeveel Grand Prix-starts heb ik al niet gezien in mijn leven? Honderden. Elke keer weer is het een heerlijk spannende belevenis.

De start van een race is altijd een spannende belevenis. Foto: Peter van Egmond

Als ze het rechte stuk op draaien en langzaam één voor één hun startposities innemen op de grid, gaat ook mijn hartslag omhoog. Als de laatste achteraan stilstaat, loopt een man of vrouw met een groene vlag achter het veld langs en gaan de lichten aan. Geleidelijk, een voor een. Alle vijf zijn ze heel even aan en dan: uit. Wham! Tweeëntwintig dik achthonderd pk-machines willen zich met al hun kracht van het wegdek afzetten, vooruit. Rosberg! Rosberg heeft de beste start. Ze jagen over het rechte stuk, dat lichtjes omlaag loopt. Rosberg gooit zijn Mercedes als eerste de bocht in, voor Hamilton. Max zit achter Ricciardo en moet toezien hoe Vettel zich tussen hen in wurmt. Rosberg, Hamilton, Ricciardo, Vettel, Max, zo scheren ze door bocht 1 en 2. Räikkönen heeft van de voorste mannen zijn start verknald en volgt pas achter Sainz en Bottas. Omhoog gaat het, naar bocht 3, een lange doordraaier naar rechts. Daar houdt Max meer snelheid in de auto en rijdt aan de buitenkant om Vettel heen! Dát hebben hij en zijn engineers vooraf gezien op de videobeelden. En dat heeft Max dus nog paraat, misschien niet eens bewust. Het is het aanvalsinstinct dat deze move onthouden heeft. Daar, zegt hij later, veel later, heeft hij de race gewonnen. Een mindgame. Achter Ricciardo gaat hij nu op bocht 4 af. De twee Mercedessen zijn al los.

Hamilton merkt dat Rosberg niet lekker op snelheid komt. Hij beseft onmiddellijk: dit is zijn kans. Hij dringt zijn wagen rechts aan de binnenkant naast die van zijn teamgenoot. Rosberg echter geeft niet af en stuurt zijn wagen opzij, zodat Hamilton moet uitwijken en op het gras komt. Daar is het hobbelig, de Mercedes wordt onbestuurbaar, glijdt, draait en tikt de andere Mercedes aan. Prompt schuiven ze allebei rechtdoor, van de baan af, de grindbak in. De twee zilverpijlen liggen eruit, de twee Red Bulls rijden vooraan! Ricciardo vóór Max. Tweede. Zo ver vooraan heeft Max nog nooit gereden in de Formule 1. Dat podium wordt haalbaar. Niemand, ik denk echt nog niemand, denkt aan winnen.

Als alles en iedereen is bekomen van de schrik, beginnen in ronde tien de pitstops. Ricciardo rijdt vooraan en mag dus als eerste van de Red Bulls naar binnen. Ricciardo wisselt zijn zachte banden in voor de wat hardere mediums. De pitstop verloopt zonder problemen. Max leidt de race. Leuk voor de statistieken: jongste raceleader ooit. Dan maakt hij zijn pitstop, dezelfde ruil – mediums voor soft, zonder problemen. Een paar ronden later volgt Vettel, even vlekkeloos. Als iedereen geweest is, is de rangorde hersteld: Ricciardo, Max, Vettel, Räikkönen, Bottas en Sainz. De race valt langzaam in zijn plooi. Er gebeurt niet heel veel meer. Aan het eind van de zevenentwintigste ronde komt Ricciardo opnieuw naar binnen voor nieuwe banden. De volgende ronde pitstops is begonnen. Vettel volgt een ronde later. Ferrari countert de strategie van de voorste Red Bull: beide coureurs gaan op softbanden de pits weer uit.

Weten ze bij Red Bull wat ze doen? Wij nog niet. Het zit gewoon nog niet in onze koppen, een Nederlandse coureur op weg naar een Grand Prix-overwinning. Pas zes ronden later komt Max de pits binnen en bij hem wordt een volgend setje mediumbanden gemonteerd. We zijn op de helft van de race. Kun je op een set mediums de race uit rijden? Räikkönen volgt de strategie van Max. Nog valt het kwartje niet. In trance volgt heel Nederland het spelletje bandenpoker. Het is uitzonderlijk stil op Twitter. Ik krijg een eerste vermoeden wanneer Vettel twee ronden na Max alweer aan de pits staat, voor een nieuw setje mediums. Heeft Ferrari een verkeerde inschatting gemaakt? Hebben ze net als in Abu Dhabi 2010 de verkeerde Red Bull in de gaten gehouden? Als ook Ricciardo even later stopt voor een setje mediums, zie ik het: Max kan deze race gaan winnen! Sterker nog ik tweet het: Max gaat winnen! Hoe is het mogelijk, zijn allereerste race voor Red Bull!

Hij is er nog niet. Nog lang niet. Drieëntwintig ronden zijn er nog te gaan, en achter hem loert Räikkönen. De Fin komt zelfs dichterbij. Beide coureurs zullen proberen om de race uit te rijden op hun set mediumbanden. Ongetwijfeld wordt het kritiek aan het einde. Zodra je banden te zeer versleten zijn, heb je totaal geen grip meer en verlies je ontzettend veel tijd. Räikkönen, de Iceman, wereldkampioen 2007 en twintig keer Grand Prix-winnaar, zit Max nu op de hielen. De oudste tegen de jongste coureur van het veld. Kalm blijven. De Ferrari-motor is sterker. Op het eind van het rechte stuk, met DRS, zal Räikkönen het ongetwijfeld gaan proberen.

Max weet dat. Terwijl wij thuis, in de studio’s en op de sociale media stijf van de zenuwen naar de beelden staren, houdt Max nog wat hersenruimte over om te bedenken dat hij een goede exit uit de laatste chicane nodig heeft om zo met veel snelheid door de laatste bocht het rechte stuk op te draaien, zodat de Fin met alle power in zijn Ferrari-motor én DRS aan het eind net wat te kort komt. Ook dit is vooraf langsgekomen. Zo heeft Pastor Maldonado in 2012 deze race verrassend gewonnen. En zo gaat het, ronde na ronde. Steeds wanneer Räikkönen aan het eind van het rechte stuk aanvalt en zijn Ferrari aan de binnenkant bijna naast de Red Bull drukt, gooit Max de deur resoluut dicht. Hij geeft geen krimp, ondanks het feit dat de banden inmiddels zo goed als op zijn. Het is, zal hij later vertellen, alsof hij op ijs rijdt. Wij zien er gelukkig niets van. We zien zelfs dat Räikkönen iets terugvalt. Ook hij heeft zijn banden bij zijn aanvalspogingen opgebruikt. Het lukt niet meer.

Max gaat winnen. Nog even is er grote schrik als er een Red Bull met een lekke band in beeld verschijnt. Het is Ricciardo. Het blijft kritiek, tot de allerlaatste meters. Die laatste ronden. Gewoon blijven rijden. Het is niet gewoon meer. En toch: één foutje en Räikkönen is er voorbij. Max maakt geen foutje. Hij rijdt door, alsof hij nooit anders gedaan heeft. Pas wanneer hij voor de laatste keer start en finish op rijdt, geloof je het ongelofelijke. Op de buis schreeuwt Olav Mol het uit: ‘Johee, johoo, jo-fucking ho, wat bizar…’ Dat is het. Ik zit op de grond. Totaal verbijsterd. Een Nederlandse coureur wint een Formule 1-Grand Prix. Hoe is het mogelijk. We hebben het zojuist gezien. Het is pure racehistorie. Careltje, Gijs, Jan en alles wat erna kwam, tolt mee in deze uitrijronde. Jos. Ongelofelijk. Wat moet er door Jos heen gaan? Surrealistisch is het.

Met 18 jaar en 228 dagen is Max de jongste Grand Prix-winnaar ooit. Voor de eeuwigheid. Blablabla. Max scheurt dwars door alle statistieken, verwachtingspatronen en draaiboeken heen naar zijn allereerste Grand Prix-overwinning. Wat goed is, komt snel. De rest gaat als een film voorbij. Het Wilhelmus. Het Wilhelmus in de Formule 1. De omhelzing, niet veel later, van vader en zoon. Ze kunnen het zelf nog nauwelijks geloven. Wie wel? Nog dagen loop ik met een licht hoofd rond. Een Nederlander wint een Formule 1-Grand Prix – het duurt lang voordat deze woorden bij elkaar willen horen.

Max Verstappen schrijft geschiedenis. Foto: Peter van Egmond