Nieuw op formule1.nl: Vraag het Nando! Stel je prangende vragen over al dan niet actuele zaken in de Formule 1 aan Nando Boers, hoofdredacteur van FORMULE 1 RaceReport. En hij beantwoordt je vraag in ’Vraag het Nando’ op deze website. Deze keer: wat doen journalisten precies tijdens een GP-weekend?

 


Hoi Nando,

Ik vraag me al jaren af hoe een gemiddeld Grand Prix-weekend van een verslaggever eruitziet. Lopen jullie altijd in de paddock? Komen jullie in de pits? Moet je afspraken maken om coureurs te interviewen? Hoe is de sfeer tussen de verslaggevers onderling en zitten jullie wel eens met zijn allen in de kroeg?

Dank alvast, Berry

Beste Berry,

Leuke vraag. Ik zal je proberen uit te leggen hoe dat voor mij werkt. We gaan altijd op de donderdagochtend weg, of al iets eerder als we naar China, Canada of een ander ver oord moeten. Stelregel: om twaalf uur aanwezig zijn op de paddock, want het officieuze startsein van een Grand Prix is om 14.00 uur lokale tijd als de door de FIA georganiseerde persconferentie begint. We zetten onze computers in de mediaruimte en gaan dan naar buiten, de paddock in. Mensen opzoeken, een bakkie koffiedrinken in het motorhome van Red Bull (Hoi Robert, hoe gaat het?) of bij Midland (Hoi Chris, hoe gaat het?) en informeren naar de stand van zaken. Veel handen schudden dus. Met van alles en iedereen. En belangrijk: de per email gemaakte afspraken bevestigen. Hoe laat kan Mark Webber? Staat 15.30 uur nog steeds. Wanneer schikt het Ralf? O ja, zaterdagochtend kan ook. Is dit mogelijk? We willen zo’n foto maken, kan dat?

Gesprekken met persvertegenwoordigers dus.

De eerste stukken kunnen worden gemaakt, want vaak is donderdagmiddag een uitgelezen dag om met een coureur of teambaas te praten. Ook zijn er flink wat persconferenties van de teams. Tien minuten vragenstellen aan Fisichella met z’n allen. Of aan Kimi en Juan.

Ons hotel hebben we dan nog niet gezien. Dat proberen we altijd ‘s avonds te vinden (lastig als het een nieuwe locatie is, eenvoudig als we er al een paar keer zijn geweest).

’s Avonds eten we met collega’s die in de buurt zitten of die in hetzelfde hotel verblijven. Meestal Nederlanders onder elkaar, soms Belgen en Duitsers erbij. Vaak een gezellige boel.

De volgende dag (vrijdag) vroeg naar circuit. En daar herhaalt zich dat ritueel (Hoi Robert, Hoi Chris). Hetzelfde recept op zaterdag en zondag.

We doen ons werk dus voornamelijk in de paddock en de pit. Heen en weer pendelen tussen die p’s en onze plekken in het mediacentrum. Daar verblijven we die dagen. We komen tussen acht en negen aan en vertrekken tussen zes en acht ergens, afhankelijk van het werk dat moet worden gedaan. Op zondag is er geen pijl op te trekken. Dan kan het ook wel eens twaalf uur ’s nachts worden…

En dan dus weer terug naar het vliegveld – soms op zondagavond, soms ook op maandagochtend. Moe maar voldaan. Verhalen gemaakt, gelachen in de kroeg en af en toe een zucht toen de deadline naderde.