In een seizoen waar het voor Lotus tot nu toe louter kommer en kwel is, valt er voor het team toch nog een lichtpuntje te ontwaren. De boekhouding ziet er namelijk een stuk beter uit dan voorgaande jaren, zo zal blijken als de jaarcijfers de komende weken worden gepubliceerd.

Lotus verwacht over de eerste helft van 2014 een verlies te kunnen noteren van 7,5 miljoen euro, veel minder dan in zowel 2013 (82 miljoen) als 2012 (69 miljoen). De besparing valt voornamelijk toe te schrijven aan CEO Matthew Carter, die in januari van dit jaar zijn functie oppakte. Carter voerde bezuinigingen en een ontslagronde door.

“Het is duidelijk een stap in de goede richting wat betreft gezonde bedrijfsvoering”, vertelt Carter tegen Autosport. “Ik ben aangetrokken om door een zakelijke bril naar de organisatie te kijken, in plaats van door een Formule 1-bril. We moesten de inkomsten en uitgaven even goed op een rijtje zetten. We hebben zeker geen gebrek aan sponsors, dus wat dat betreft viel het reuze mee – alleen loopt de boel in Formule 1 soms een beetje uit de hand, in de jacht op extra seconden.”

De financiële opsteker kan niet verhullen (en verhelpen) dat Lotus dit seizoen dramatisch presteert. Twee achtste plaatsen van Romain Grosjean waren het hoogtepunt. Pastor Maldonado kwam nog geen enkele keer in de buurt van een top 10-klassering. Dat Lotus eind 2013 nog meestreed om de podiumplekken, maakt de huidige wanprestaties extra zuur.

Carter wijst de suggestie van de hand dat de bezuinigingen het vermogen van zijn team om weer op te krabbelen, beperkt. “Onze sponsors zijn voor de langere termijn aan ons verbonden, en we hebben ons budget al zo aangepast dat we de lagere inkomsten uit televisiegeld die we volgend jaar zullen hebben, op kunnen vangen”, stelt de CEO gerust.

Hij weet ook wel waar het mis is gegaan: “Het is makkelijk om Renault overal de schuld van te geven, maar dat is niet helemaal eerlijk. We hadden aan het begin van het seizoen een enorme achterstand, en eerlijk gezegd hebben we ons aerodynamisch niet genoeg ontwikkeld.” Carter ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. “Ik ben er van overtuigd dat we volgend jaar beter zullen presteren, en dan kunnen we als bedrijf ook weer vooruit komen.”