Force India toonde in Canada andermaal dat het zijn zaakjes goed voor elkaar heeft. Toch zal de race achteraf voor de nodige interne discussies zorgen.

De hele wedstrijd zaten Sergio Pérez (gefinisht als vijfde) en Esteban Ocon er goed bij. Ze profiteerden toen de Ferrari’s in de openingsronden terug vielen, en reden lang rond als vierde en vijfde.

Pérez en Ocon hingen als een elastiek aan de staart van Daniel Ricciardo, die uiteindelijk derde werd. Ocon was in de slotfase op versere banden de snelste van het Force India-duo, maar teamorders voor een positiewissel bleven uit. Daarom probeerde de jonge Fransman het in de laatste paar ronden maar zelf. Zijn twee inhaalpogingen waren spectaculair, het scheelde weinig of de teamgenoten hadden elkaar geraakt. Ocon kwam er echter niet voorbij.

Snel genoeg voor podium
Zelf denkt Ocon dat hij snel genoeg was voor het podium. “Heel jammer dat ik geen kans kreeg om Ricciardo aan te vallen”, zegt hij. “We moeten het hier bij de debriefing nog maar over hebben.”

Pérez vindt niet dat hij Ocon voorbij had moeten laten. Volgens hem zat zijn teamgenoot nooit “dichtbij genoeg om een move te kunnen maken”. Pérez baalt vooral dat hij Ricciardo niet voorbij is gekomen. “Ik zat de hele race binnen DRS-bereik achter Daniel. Ik had maar één fout van hem nodig om er voorbij te kunnen. Maar hij reed gewoon een perfecte race.”

Eén ding weet Pérez zeker: in de toekomst moeten de Force India’s elkaar op de baan niet meer zo op het randje bevechten als vandaag. “We moeten iets bedenken, met een oplossing komen. Zodat we weten wat we moeten doen als we opnieuw in zo’n situatie terecht komen.”