
Rudy van Buren. Foto: McLaren.

Thumbs up voor de hot lap.

Foto: Sutton Images.
Verschil moet er zijn, ook bij het opbouwen van de paddock
De Formule 1 laat als rondreizend weinig aan het toeval over. De logistiek is een megaklus, maar tot in de puntjes gepland en verzorgd. (Je leest er alles over in de FORMULE 1 Special die net uit is!) Zo komend de trucks met de motorhomes, garage-inrichting en -apparatuur en natuurlijk de auto’s al dagen van tevoren aan, begint dinsdag vaak de opbouw al. Tegen de tijd dat je dan donderdag de paddock inloopt, staat alles er blinkend bij – alsof het nieuw is en nergens anders thuishoort, ook al bedriegt de schijn.
Hoe verder terug je de autosportladder afloopt, hoe minder georganiseerd en strak het echter is. Normaal is de Formule 2 de belangrijkste act uit het voorprogramma, maar die klasse ontbreekt in Duitsland nou net. De deal voor de race zou te laat rondgekomen zijn om die nog op de F2-kalender op te nemen, zegt de één. Hockenheim zou niet willen betalen voor de opstapklasse, stelt de ander. Wat de waarheid ook is, de Porsche Supercup is nu de grootste blikvanger in het voorprogramma, en het moet gezegd die paddock staat er prima bij. Donderdag werd de laatste hand er nog aan gelegd, maar alles van de teamonderkomens (allemaal branded) tot de chique hospitality ziet er strak, net en tot in de puntjes verzorgd en uitgedacht – eigenlijk typisch Porsche – bij.
Hoe anders is dat als je verder doorloopt, verder van de Formule 1 af, naar de ADAC Formule 4. De (overigens wel helemaal bestickerde) trucks komen er nog aan, de tenten worden nog uitgeklapt en opgezet. Onderdelen liggen kriskras verspreid. Het bijkans klinische karakter van de Formule 1 en Porsche Supercup zie je er niet terug.
Nog een stapje lager is het verschil het grootst. Bij de Boss GP – een klasse die voorheen om racen met oude Formule 1-auto’s draaide, maar waar het veld tegenwoordig vooral uit voorjarige GP2-bolides bestaat – zijn naast trucks zelfs busjes met aanhanger een zeer geliefd transportmiddel. Langzaam en voorzichtig worden daar dan de Dallara’s of in een enkel geval de oude Toro Rosso’s gerold. De sfeer is er van teams als garagehouders, hobbyisten, met één verschil. Foto’s maken wordt hier niet gewaardeerd. “Dat vinden ze hier niet leuk”, vertelt een suppoost. De wereld van de tweedehands Formule 1-auto’s is er toch een van de rijke mannetjes. Die waarderen hun privacy.
Het dagboek van donderdag lees je onder de foto.
Dagboek uit Hockenheim (1): Boxenstopp bij de Michael Schumacher Private Collection
Ten opzichte van alle verre reizen is de Grand Prix van Duitsland in Hockenheim bijna een thuiswedstrijd, maar toch is het nog een aardig stukje rijden. Dus is een tussenstop aan te bevelen. En laat nu net ongeveer halfweg in Keulen een museum zijn geopend dat is gewijd aan de carrière van zevenvoudig Formule 1-wereldkampioen Michael Schumacher.
Dus maakten we een ‘boxenstopp’ op het voormalige vliegveld Butzweilerhof. De Michael Schumacher Private Collection maakt daar deel uit van Motorworld, een verzamelplaats van autogerelateerde bedrijven, waaronder verkopers van dure sportauto’s en fraaie klassiekers. Het complex is nog niet helemaal af en er zijn nog een aantal ruimtes te huur, maar de kern is er.
Voor Formule 1-liefhebbers en zeker Schumacher-fans draait het vooral om de permanente tentoonstelling uit de privé-collectie van Michael Schumacher. Van de karts waarmee het allemaal begon tot vrijwel al zijn Formule 1-bolides, vergezeld van bekers, helmen, petjes (en een pruik) en andere memorabilia.
Het is een prachtig eerbetoon aan de Duitse recordkampioen, die eind 2013 ernstig letsel opliep bij een ski-ongeluk. Absoluut een bezoek waard als je in de buurt bent. De toegang is gratis. Wie Keulen net te ver vindt, maar toch bijzondere (F1-)auto’s wil zien: bij het Louwman Museum in Den Haag staan tot en met 2 september zeven unieke Silver Arrows tentoongesteld. Ook een aanrader.

De pruik die Michael Schumacher op het podium droeg na het behalen van de wereldtitel, zijn eerste voor Ferrari, in 2000.

Naast het vele Ferrari-rood komen uiteraard ook het begin van zijn F1-carrière bij Jordan en het eind bij Mercedes aan bod.