“Ik kende hem niet persoonlijk toen hij bij McLaren kwam. Je kent elkaar wel omdat je elkaar zo vaak ziet, maar eigenlijk ook weer niet. Alonso kwam op hetzelfde binnen met Andrea Stella, zijn race-engineer. Bij een van de eerste races zat ik bij McLaren te ontbijten. Toen zei Stella: ik weet wie je bent, Fernando heeft vaak over je geklaagd. Vervolgens kwam Fernando binnen. Hij gaf Stella een hand en mij een schouderklopje. Vond ik wel leuk.” Het dagboek van zaterdag lees je onder de foto.
Nergens is het zo druk als in de discrete biertuin
Officieel is alcohol taboe in de Verenigde Arabische Emiraten. Afgelopen woensdag slenterde ik door een immense Carrefour in een nog grotere Mall om wat kleine boodschappen te doen. Een biertje leek me ook wel wat, maar dat kon ik natuurlijk niet in de winkel vinden. Ja, alcoholvrij. Maar daar had ik geen trek in.
Dan maar eentje in de bar halen, beneden in het hotel. Optie II. De ober keek me met grote ogen aan toen ik de bestelling doorgaf. “Sorry sir, no beer.” Hij lachte me nog net niet keihard uit en liep weg. Zo gek was mijn vraag toch niet, want ik ken genoeg hotelbars in Dubai met tap waaruit ongeveer acht verschillende soorten bier stromen. Deze bar dus niet.
Alcohol en geloof gaan in de Emiraten niet goed samen. Maar wat doe je dan als je een Grand Prix organiseert waarop 60.000 mensen, vooral expats en Europese toeristen, afkomen die in de brandende zon wel graag een biertje drinken? In Abu Dhabi hebben ze er een passende oplossing voor gevonden. Een discrete, dat uiteraard wel. In de fanzone, achter de hoofdtribune, is een groot gedeelte ingeruimd voor een openluchtbar.
Groen overheerst, de huiskleur van Formule 1’s sponsorpartner Heineken. Het terrein is afgezet met een houten afrastering waar weer een groen soort plastic overheen is gedrapeerd. Van buitenaf is niet te zien dat er binnen bier wordt geschonken. Er gelden ook strenge eisen. Wie bier koopt voor een minderjarige wordt meteen van het terrein gezet. Daarnaast wordt er geen alcohol verkocht aan autochtonen die lokale kledij dragen.
Vanochtend, op weg van de mediaparkeerplaats naar het perscentrum, wandelde ik erlangs en besloot toch even naar binnen te gaan. Benieuwd vooral naar de prijzen. Een blikje Heineken kost 12 euro, een tapbiertje (pint) 12,50. Nergens anders in de fanzone was het rond de middag zo druk als in de biertuin.
(dagboek van vrijdag onder de foto)
Abu Dhabi is niet de goedkoopste plek om te verblijven. Zeker niet tijdens de Grand Prix. In tien jaar tijd heeft de traditionele slotrace zich een uitstekende reputatie verworven: overzichtelijk circuit, klantvriendelijk, veilige omgeving, makkelijk bereikbaar, (bijna) altijd zon en een voor deze tijd zeer aangename temperatuur.
Hotelkamers zijn er genoeg. In Abu Dhabi, op een half uurtje van het YAS Marina Circuit, glimmen de tophotels je aan de Corniche met hun privéstranden tegemoet. Het Emirates Palace Hotel is daarvan het summum: een megalomaan bouwwerk waarin alles goud is wat er blinkt. Een dikke portemonnee is bij dit überluxe verblijf noodzakelijk, GP of niet.
Dicht bij de baan is op het YAS-vrijetijdseiland ook een batterij hotels uit de grond gestampt. Allemaal minimaal vier sterren, een paar met vijf. Het F1-personeel en de meeste coureurs verblijven er. Lekker dichtbij en een fijne plek om vrienden en familie onder te brengen. Alle hotels op het YAS-eiland, kunstmatig opgespoten, zitten dit weekeinde zo goed als vol.
Voor de laatkomers zijn er nog wat kamers beschikbaar. Die moeten daar wel flink voor in de buidel tasten. De prijzen zijn tijdens de Grand Prix sowieso al minimaal verviervoudigd, een nare bijkomstigheid die bij bijna alle races geldt, maar in Abu Dhabi wordt er een nog groter slaatje uit geslagen. Het YAS Viceroy, gelegen aan de baan, spant de kroon. Wie een kamertje zoekt moet daar bijna 5000 euro per nacht voor aftikken. Maandag, een dag na de race, kun je er voor 225 euro terecht.
Mensen hebben het er kennelijk voor over, de race voor zondag is met 60.000 toeschouwers volgens de organisatie uitverkocht. “We zien dat mensen steeds vaker wat langer na de GP in Abu Dhabi blijven”, vertelt een van de hotelmanagers in de lokale krant The National, “om de andere attracties in Abu Dhabi zoals Het Louvre te bekijken.”
De komst van de Formule 1 kost de oliestaat jaarlijks naar verluidt zo’n vijftig miljoen, maar het levert tegenwoordig ook aardig wat op. De toerist begint Abu Dhabi steeds meer te ontdekken.
(dagboek van donderdag onder de foto)

Foto: Peter van Egmond

Over de nationaliteit van Verstappen bestaat in de Emiraten nog onduidelijkheid.