Zonder een degelijke infrastructuur maak je weinig kans op een Formule 1-race, stelt onze columnist Graham Watson. Er worden door de rechtenhouder veel en hoge eisen gesteld.

De infrastructuur rondom circuits is vanzelfsprekend enorm belangrijk. Als die om wat voor reden ook niet op orde is, wordt het lastig er een Grand Prix te organiseren. Zeker nu de populariteit van de sport en de interesse ervoor door het dak gaan. Ik had er toevallig zaterdagochtend in Austin nog een discussie over met collega’s met betrekking tot het Circuit of the Americas (COTA).

Laten we dat evenement eens als voorbeeld nemen. Je kunt je voorstellen dat de sport in Amerika in 2012, toen hier de eerste GP Formule 1 werd gehouden, geen grote was. We hadden misschien een miljoen volgers maximaal op de hele Amerikaanse populatie. En ik weet ook zeker dat toen het contract in 2012 werd getekend, COTA in zijn stoutste dromen niet had kunnen vermoeden waar het vandaag de dag staat.  

In de eerste jaren kwamen er maximaal 100.000 toeschouwers over drie dagen. Tot vijf jaar geleden werd de hoofdtribune bewust niet in beeld gebracht, omdat die niet vol zat… Want je wilt geen beelden de wereld over sturen met veel lege plekken rond de baan. Dus ze begonnen met een verwachting van 100.000 mensen over drie dagen, nu zijn het er bijna een half miljoen! Tot een paar jaar terug kon je in Austin makkelijk van en naar het circuit komen. Maar de infrastructuur is nog hetzelfde, dan worden dingen ‘lastiger’.

Vliegveld, parkeerplaatsen en hotels

Wij hebben bij FOM een afdeling die ter plekke op onderzoek uitgaat wanneer een nieuw land of organisator zich meldt om een GP te organiseren: of dat nou een straten- of permanent circuit is. Onderdeel van hun werk is te kijken hoeveel hotels er in de omgeving zijn, of er een vliegveld in de nabijheid is, genoeg parkeergelegenheid en of ze voor zo’n weekend genoeg heftrucs kunnen huren… Als er een nieuwe GP wordt onderzocht, wordt er naar al dit soort zaken gekeken. Beslissingen worden genomen op basis van de huidige interesse van de sport, niet op die van 2012.

Als de infrastructuur rond een circuit de toeschouwersmassa niet kan ondersteunen, is het moeilijk een race te organiseren. Je hebt de verplichting fans zo goed, snel en veilig mogelijk van en naar het circuit te krijgen, we moeten aan zoveel dingen denken. Het is niet meer zoals vroeger, toen er 100.000 mensen en tien honden over drie dagen naar een Grand Prix kwamen. Nu zijn het er regelmatig meer dan 400.000.

Compromissen sluiten

Je moet, zoals met zoveel dingen in het leven, op sommige onderdelen compromissen sluiten. Helaas wordt de infrastructuur rond een circuit niet beheerd door de promotor. Maar je ziet met behulp van lokale overheden wel steeds vaker verbeteringen en aanpassingen. Neem Hongarije: dat heeft de handschoen opgepakt en veel in infrastructuur geïnvesteerd. Dan kan de FOM moeilijk zeggen: Sorry, we komen niet meer. Melbourne, net zo.

Groter en beter, daar komt het tegenwoordig feitelijk op neer. Oké, je wilt een race? Wat heb je te bieden? Het is net als het leven: zo gaat het. Sommige circuits hebben niet de financiën het waar te maken, andere wel. Zo werkt het nu eenmaal in deze wereld.

Deze column van Graham Watson komt uit nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine! Haal ‘m nu in de winkel of bestel ‘m online, met gratis bezorging in heel Nederland.