Laten we eerlijk wezen. Sebastian Vettel wordt dit weekend in Japan kampioen. Hij is niet de eerste die dat op Suzuka doet. Neem bijvoorbeeld Mika Häkkinen, die in 1998 hier zijn eerste wereldtitel pakte.

Dat jaar was het technische reglement grondig gewijzigd. Auto’s moesten smaller worden en slicks werden ingeruild voor gegroefde banden. McLaren, met topontwerper Adrian Newey in de gelederen, speelde daar uitstekend op in. Ook met hulp van de Bridgestone-banden trouwens.

Om de verhoudingen verder te schetsen: Jacques Villeneuve maakte geen moment aanspraak om zijn titel te verdedigen. Sterker nog: de Canadees won na het jaar dat hij kampioen werd nooit meer een Grand Prix. Williams paste zich slecht aan aan het nieuwe reglement. McLaren had daarentegen de zaken perfect op orde.

In 1997 waren er al signalen van een titelkandidaat in wording zichtbaar. Zo won David Coulthard de seizoensopener op Albert Park en sloot Häkkinen het jaar winnend af door de Europese Grand Prix op Jerez de la Frontera te winnen. Inderdaad: waar Villeneuve na een mislukte beuk van Michael Schumacher kampioen werd.

Het bleken geen toevalstreffers te zijn toen in 1998 bleek dat McLaren de nieuwe regels perfect interpreteerde en met verreweg de snelste auto van de grid op de proppen kwam. In de kwalificatie in Melbourne was het verschil tussen Häkkinen en Coulthard met 43 duizendsten miniem. Het gat met Schumacher was daarentegen, in F1-begrippen, lichtjaren: ruim zeven tienden.

Dat het een dubbelzege voor McLaren werd behoeft geen verdere uitleg. En omdat Schumacher uitviel met een opgeblazen motor zette de formatie uit Woking alles en iedereen op een ronde. Tien jaar na dato toonde McLaren een fraai staaltje 1988-dominantie. En daar gingen Häkkinen en Coulthard daarna vrolijk mee verder.

Van de eerste zes races won Häkkinen er vier en Coulthard een. Daarna begon de opmars van Schumacher. De Duitser won in Canada, Frankrijk en Groot-Brittannië, maar zag met lede ogen toe dat zijn Finse rivaal vervolgens in Oostenrijk en Duitsland won. Daarna was het op de Hungaroring weer de beurt aan Schumacher.

Omdat Häkkinen in Boedapest bleef steken op de zesde plaats (goed voor een schamel puntje), bedroeg het gat plotsklaps nog maar zeven punten toen de Belgische Grand Prix op het programma stond. En die race van 1998 in de Ardennen behoeft eigenlijk geen verdere uitleg. Schumacher kon voor het eerst aan de leiding gaan van het kampioenschap. Dat leek te lukken toen Häkkinen na de startcrash niet kon meedoen aan de herstart. Toen Schumacher vervolgens de Grand Prix domineerde en Coulthard op een ronde (!) zette, schatte de tweevoudig wereldkampioen de situatie compleet verkeerd in. Resultaat was een uitvalbeurt en Schumacher was onterecht des duivels op Coulthard.

Op Monza maakte Schumacher de tifosi gek door Ferrari’s thuisrace te winnen. Häkkinen eindigde achter Villeneuve derde en moest daarom met nog twee races te gaan de koppositie in het kampioenschap delen met Schumacher. McLaren leek het onderspit te gaan delven in het ontwikkelingsgevecht met Ferrari.

De races in Duitsland waren Häkkinen dat jaar echter goed gezind. Eerder won hij al op de Hockenheimring en ook op de Nürburgring presteerde de Fin optimaal door de race te winnen. Schumacher hield zijn titelkansen in leven door achter de McLaren als tweede te finishen.

Doordat Schumacher zijn Ferrari vervolgens bij de seizoensfinale op Suzuka op pole zette vergrootte zijn titelkansen. Het werd rekenen geblazen omdat de stand, mocht Schumacher voor Häkkinen winnen, gelijk zou zijn en de twee coureurs evenveel tweede plaatsen in hun bezit hadden.

Dat bleek echter niet nodig. Bij Schumacher ging er in de race van alles mis. Eerst liet hij zijn motor op de startopstelling afslaan waardoor hij achteraan moest starten. Vervolgens kreeg hij in de 31e ronde een lekke band waardoor hij uitviel. En Häkkinen? Die was in de supersnelle, maar soms inferieure McLaren, onhoudbaar. Maakte ook geen fout. Na 51 ronden op Suzuka haalde hij zijn eerste titel in stijl binnen door de Japanse Grand Prix te winnen. Met acht zeges uit zestien Grands Prix en een puntentotaal van precies honderd was hij de verdiende kampioen.

Dat is Sebastian Vettel dit jaar ook. Opnieuw met een auto van Newey. Al is deze alles behalve onbetrouwbaar: Vettel finishte dit jaar elke race in de punten. Dit weekend heeft hij er aan ééntje genoeg. Al is de kans groter dat hij er 25 pakt. Na zo’n briljant seizoen verdient hij niets anders om, net als Häkkinen, de titel in stijl te winnen.

 

Schema Grand Prix van Japan 2011

Vrijdag

Vrije Training 1: 3:00 – 4:30
Vrije Training 2: 7:00 – 8:30

Zaterdag

Vrije Training 3: 4:00 – 5:00
Kwalificatie: 7:00 – 8:00

Zondag

Race: 8:00 – 10:00