Fernando Alonso zal zijn eigen carrière als perfect bestempelen, zelfs als de derde wereldtitel, de titel waar de Spanjaard al jaren op aast, niet wordt verzekerd.

Fernando Alonso behaalde twee wereldtitels in 2005 en 2006 met Renault, maar lijkt nu, halverwege zijn 16e seizoen in de Formule 1, verder verwijderd van een derde wereldtitel dan ooit. In het verleden was hij meerdere keren dichtbij, maar ontglipte hem meerdere kampioenschappen nét met minimale verschillen. Dat gebeurde in 2007 (1 punt achterstand op Räikkönen), 2010 (4 punten achterstand op Vettel) en 2012 (3 punten achterstand op Vettel).

Alonso vertelt aan Formula 1 dat hij, mentaal gezien, geen pijn voelt door het missen van die titels. Dat komt, volgens hemzelf, doordat hij volwassener is geworden, waardoor hij andere aspecten van de sport meer ging waarderen, zoals simpelweg het plezier hebben in racen. ”Ik heb zoveel geluk gehad in mijn carrière om te mogen vechten voor wereldtitels. En ja, er zijn een aantal goede mogelijkheden voor mij geweest om nog meer titels te pakken, maar om wat voor reden dan ook gebeurde dit niet.”

Toch is succes een belangrijke factor om te genieten in de Formule 1 volgens Alonso. ”Je bent hier om vechten voor de hoogst mogelijke positie. Op het podium staan, het winnen van een race of zelfs een wereldtitel: het zijn momenten waar je optimaal van geniet.”

Op de vraag of Fernando Alonso vindt dat hij net zo veel wereldtitels als Juan Manuel Fangio (5; 1951, 1954, 1955, 1956 en 1957) had kunnen hebben als het geluk hem wat meer had toegelachen, zegt de McLaren-coureur: ”Ja, waarschijnlijk wel. Maar mijn carrière had ook kunnen stranden bij het karten! Dus alles is perfect zo.”