Fernando Alonso reed donderdag voor het eerst in de Ferrari F14 T en verklaarde tevreden te zijn met de geboekte progressie.

De Spanjaard verklaarde zich in de ochtend gericht te hebben op aero mapping, om vervolgens ’s middags de aandacht te verschuiven naar het afstellen van de wagen. In totaal reed hij 58 ronden. Zijn snelste tijd was 2,2 seconden langzamer dan de snelste tijd gezet door Kevin Magnussen.

“De auto heeft pas drie dagen geleden zijn debuut gemaakt, we zijn dus nog maar in de vroege beginfase van het begrijpen van de auto”, verklaarde Alonso. “We moeten zo veel mogelijk ronden maken. En datzelfde geldt voor Bahrein. Want elke ronde is door alle regelveranderingen erg welkom.”

Weinig verschil
Alonso erkent dat het niet geheel probleemloos verloopt. “We hebben een aantal potentiele problemen ontdekt en een aantal nieuwe dingen. Het was een goede dag vandaag. Lekker weer achter het stuur en rijden voor toeschouwers, dat geeft je toch een beter gevoel dan een simulator. Dat geeft je wel een idee van hoe de auto is, maar het is nooit hetzelfde.”

Veel coureurs benadrukken dat de nieuwe auto’s zo anders te besturen zijn. Alonso vindt dat daarentegen wel meevallen. “Ik vind het verschil om eerlijk te zijn niet zo groot. Je springt in de auto en er is geen verschil in rijstijl of hoe de auto in de basis werkt. Er is veel gesproken over al die verandering en dergelijke maar het rijden zelf is niet veel anders in vergelijking met vorig jaar.”