Rijk rekent hij zich nog niet, maar omdat Fernando Alonso handig kan rekenen houdt hij vertrouwen in zijn titelaspiraties. Daarvoor is wel een inhaalrace als in 2010 nodig.

Toen voerde hij bij aanvang van de seizoensfinale het kampioenschap aan. Uiteindelijk werd hij de vicekampioen. Dit jaar lijkt het opnieuw mis te gaan. Ferrari kan geen vuist vormen tegen Red Bull Racing en Alonso pakte pas afgelopen zondag, in de vierde race van het jaar, zijn eerste podiumplaats.

Pessimistisch is de Spanjaard echter niet. “Ik vind het leuk om met getallen te spelen”, stelt hij op de website van Ferrari. “Toen ik heen en weer reisde van mijn huis naar Maranello en naar Turkije, vergeleek ik de eerste vier races van dit jaar met die van vorig seizoen. Ik heb er nu acht minder dan vorig jaar: 49 om 41 punten.”

“Daar tegenover staat dat ik in de vier Grands Prix die we dit jaar hebben gereden (Australië, Maleisië, China en Turkije, red.) meer punten heb gepakt dan in diezelfde races vorig jaar: 41 om 28 punten. Het klopt dat het gat tussen de nummer een in het klassement en ik dit jaar groter is dan vorig jaar na Sjanghai. Nu zijn het 52 punten, in plaats van 11. Daar wil ik dan wel aan toevoegen dat ik vorig jaar na Silverstone 47 punten achterstond terwijl er nog maar acht races waren te gaan. Nu komen er nog 15 Grands Prix.”

Alonso probeert zichzelf moed in te praten. “Je kunt iets altijd van twee kanten zien die volledig tegenstrijdig zijn. Het gaat om de resultaten en we hebben onze eerste podiumplaats binnen. Dat moet ons nu regelmatig gaan lukken dus ik ben ervan overtuigd dat we voor het kampioenschap kunnen vechten.”