Fernando Alonso overwoog eventjes om net als Sebastian Vettel de Grand Prix van Amerika vanuit de pitstraat te starten. De Spanjaard nam toch maar deel aan de kwalificatie en zette zijn Ferrari in Austin op de zesde plaats.

Elke coureur mag dit jaar maar vijf motoren gebruiken. Alonso heeft al zijn motors al gebruikt en gebruikt in Austin een krachtbron die zijn beste tijd wel heeft gehad. Deze is daardoor minder krachtig. “Maar toch start ik op de vertrouwde zesde plaats”, aldus de tweevoudig wereldkampioen tegenover Autosport.

“We waren een paar tienden langzamer vanwege de motor en het feit dat er in Monza eentje stukging. Afgelopen week hadden we het er nog over om een nieuwe motor te gebruiken en dan vanuit de pitstraat te starten, zoals Red Bull, of om een oude motor te gebruiken. Dan hoeven we niet veel terrein goed te maken in de race.”

“We kozen voor laatstgenoemde mogelijkheid. Hier en daar zullen we dus niet al te snel zijn. We doen er alles aan om die zesde motor niet te gebruiken. Hier en in Brazilië moeten we het vol zien te houden, aangezien er in Abu Dhabi twee keer zoveel punten worden uitgedeeld. De beste motor die we nog hebben gebruiken we daar dus.”

“Hier zullen we het wel oké doen”, vertelt Alonso in Austin. “We zijn misschien wat minder snel maar toch start ik zoals altijd vanaf de zesde plaats. Ik start liever als zesde met een oude motor dan vanuit de pitstraat met een nieuwe.” 

Kimi Räikkönen

Kimi Räikkönen kon zijn Spaanse teamgenoot weer niet bijhouden. Hij gaf twee tienden toe en begint in Austin morgen als negende aan de race. “Mijn wagen gedroeg zich vandaag beter dan gisteren en ik ben redelijk blij met de balans. Toch lukte me het niet een rondje neer te zetten die me verder bovenaan bracht”, aldus de Fin.

“Op de een of andere manier hebben we het probleem aan de voorkant van de wagen nog niet opgelost. In elke sector heeft de auto onderstuur. Helaas werkt dit heel beperkend. Niet ideaal. Zoals altijd gaan we er morgen alles aan doen om een goed resultaat te boeken. Ik ben er zeker van dat we uiteindelijk de oplossing vinden.”