Beitske Visser droomde ervan de Formule 1 te bereiken. “Dat zit er niet meer in”, zegt de 30-jarige coureur in FORMULE 1 Magazine. Ze vertelt hoe het tegenwoordig met haar gaat. Zowel op als naast de baan is de rappe Friezin druk met verschillende race-avonturen.
Hoe ziet jouw seizoen er op dit moment uit, Beitske?
“Ik doe dit jaar van alles, zo ga ik weer op de Nürburgring en de Nordschleife rijden, daarnaast heb ik nu net de eerste paar wedstrijden van de Toyota Cup in Spanje gereden. Ook coach ik nog een jonge coureur in de Spaanse Formule 4. Dat is weer iets anders, maar ook heel leuk.”
In hoeverre volg jij de Formule 1 op dit moment?
“We hebben natuurlijk onze eigen races, maar tussendoor of wanneer we zelf niet hoeven te rijden, zie je altijd wel ergens een telefoontje in de paddock met een livestream erop. Dus waar ik kan, volg ik het.”
Hoe beoordeel je het F1-seizoen tot nu toe?
“Het zit vooraan dicht bij elkaar. Dat maakt het erg leuk om naar te kijken. Wie me het meest opvalt, is Oscar Piastri. Als ik eerlijk ben, denk ik dat Lando Norris van die twee McLaren-coureurs nog net iets sneller is. Maar Piastri is weer constanter en de meest constante coureurs worden ook vaak kampioen. Maar je hebt Max Verstappen natuurlijk ook nog en wie weet wordt Lando toch nog constanter. Spannend is en blijft het sowieso.”
Volg je nog meer klassen?
“Zeker, Formule E kijk ik ook vaak, daarin ken ik best wat rijders. Ook kijk ik Formule 2, met Richard Verschoor en Formule 3 met Laurens van Hoepen, ook een Nederlander. IndyCar vind ik ook leuk, maar die tijden zijn niet altijd ideaal. Al kijk ik natuurlijk wel naar de Indy 500.”
Over Formule E gesproken: je testte afgelopen winter in die klasse. Hoe was dat?
“Heel vet. Het zou geweldig zijn als ik nog een keer kan testen en wie weet wat er dan mogelijk is. Ondertussen moet ik natuurlijk wel presteren. En de 24 uur van Le Mans heb ik twee keer gedaan, maar die blijft hoog op mijn bucketlist staan. Dat geldt voor alle grote evenementen. Rijden in Amerika zou ik ook super vinden.”
Zijn er mogelijkheden voor komend seizoen?
“Contacten zijn er altijd, mijn manager kent bijna alle teams. Maar veel hangt af van verschillende dingen, ik heb natuurlijk geen budget. Dat is altijd al lastig geweest in mijn carrière. Ik moet hopen dat ik ergens een kans krijg. Hoe reëel dat is, weet ik niet. Ik doe mijn best in de auto’s waarin ik nu rijd, train veel en zorg dat ik mentaal en fysiek altijd voorbereid ben op het moment dat er een kans komt. Zodanig dat ik die met beide handen kan pakken.”
Over budget gesproken: in de W Series werd je tweemaal tweede. Die klasse ging financieel kopje onder.
“Dat had financieel een behoorlijke impact op me. Prijzengeld kan je namelijk verder helpen in je carrière. Van mijn eerste seizoen heb ik dat geld wel gehad, van mijn tweede seizoen niet. Dat scheelt nogal. Maar ja, dat zijn dingen waar ik helaas niks meer aan kan doen.”
Met een schat aan ervaring heb je ook wat te bieden, je kunt nog jaren vooruit zou je zeggen. Hoe kijk je naar de toekomst?
“Tien jaar geleden was het doel natuurlijk Formule 1. Dat is nu niet meer zo. Er zijn genoeg andere mooie klassen, zoals gezegd. Zolang ik de kans krijg en zolang ik hard kan gaan, blijf ik rijden. Ik heb geen termijn of leeftijd voor mezelf om te stoppen. Dat verschilt denk ik erg per persoon. Je ziet dat Alonso op z’n 43e ook nog in de Formule 1 rijdt. En in het enduranceracen zie je ook coureurs die al wat ouder zijn en nog steeds hard gaan.”
Lees hier alles over de GP Oostenrijk
De Classic Special van FORMULE 1 MAGAZINE is er! Haal ‘m nu in de winkel of bestel hieronder online, met gratis bezorging in heel Nederland.