Stoffel Vandoorne kan naar verluidt rekenen op belangstelling van twee verschillende teams uit het Amerikaanse Indycar-kampioenschap. De vraag lijkt echter of de interesse wederzijds is.

Volgens Autosport hebben zowel het team van Dale Coyne Racing en Schmidt Peterson Motorsports de Vlaamse coureur op hun verlanglijstje staan. Vandoorne, die na dit seizoen zijn zitje bij McLaren verliest, heeft verder nog niets om handen voor 2019.

Coyne vertelt aan Autosport dat er contact is geweest met Vandoorne. “Maar ik weet niet of het ergens toe leidt. Ik zou vooralsnog zeggen dat er sprake is van enige voorzichtige interesse bij Vandoorne.”

Coyne geeft daarbij toe dat het hevige ongeluk van Schmidt Peterson Motorsports-coureur Robert Wickens afgelopen augustus – waarbij de Canadees zeer zwaargewond raakte – betekent dat er relatief minder interesse van coureurs is voor Indycar-zitjes.

“Voor een race als de Indy 500 loopt iedereen wel warm. Daar willen mensen het risico voor nemen. Maar bij een aantal andere races, waar je voor 12.000 fans met 350 km/u rondjes rijdt, wordt wel gevraagd waarom we dat doen. En dat is fair.”

Vandoorne zelf onderstreepte afgelopen weekend in Singapore ook dat racen in de Indycar Series niet zonder gevaar is: “Het is een heel specifiek kampioenschap met specifieke risico’s. Kijk ook naar wat Wickens is overkomen”, haalde hij daarbij aan.

“Je moet bereid zijn om die risico’s te nemen”, aldus Vandoorne, die ook nog is genoemd als optie voor McLarens eventuele Indycar-project. Vandoorne gaf daarbij aan dat het nog altijd niet duidelijk is of en hoe McLaren in de Indycars wil racen.

Behalve Vandoorne staat Force India-coureur Esteban Ocon overigens ook bij Coyne en Schmidt Peterson Motorsports op de short list, bericht Autosport. Bij dat laatste team zou ook Pascal Wehrlein – die onlangs met Mercedes heeft gebroken – kandidaat zijn.