Er zijn weinig merken Amerikaanser dan Cadillac, het luxe paradepaardje van General Motors en niet voor niets al decennialang omarmd door Hollywood. Cadillac schitterde op het witte doek in klassiekers als Goodfellas en The Godfather en kreeg zelfs films naar zich vernoemd. Denk maar eens aan Pink Cadillac met Clint Eastwood en Cadillac Man met Robin Williams. Als je in een Cadillac reed, ja, dan was je wel iemand…
Volgend jaar debuteert Cadillac op de Formule 1-grid. Met een Ferrari-motor onder de livery en een afgeschreven Fin (Valtteri Bottas) en een gefrustreerde Mexicaan (Sergio Pérez) achter het stuur. The American Dream? Die is dood en begraven, ondanks (of dankzij) Donald Trump en zijn protectionistische maatregelen.
Het lijdt geen twijfel dat het gezond is voor de Formule 1 dat de grid verder gevuld wordt met een elfde team, maar bij een Amerikaanse nieuwkomer had een jong talent, bij voorkeur een Amerikaan, niet misstaan. Achter Bottas en Pérez mag IndyCar-coureur Colton Herta (25) plaatsnemen op de reservebank. Hij zet zijn IndyCar-carrière on hold en zal waarschijnlijk in de Formule 2 mogen warmdraaien, in ieder geval een mooi zoethoudertje.
Opvallend aan de gekozen line-up van Cadillac is vooral dat men er in eerste instantie een geheel andere filosofie op nahield. CEO Dan Towriss (op de foto links) bekende recent in een interview dat men naast een ervaren coureur – Bottas – beslist een aanstormend talent wilde vastleggen. Echter, toen kwam Pérez op de koffie en werden alle uitgangspunten overboord gegooid. “Hij was fantastisch”, zei Towriss over dat gesprek.
Bij het lezen van dat korte zinnetje gingen mijn gedachten terug naar een gesprek dat ik ooit met Pérez had in 2013, toen hij kortstondig voor McLaren uitkwam. Het was een kort interview en – voorzover ik me kan herinneren – het enige interview dat ik ooit op eigen initiatief beëindigde. Het was in de fase van zijn carrière dat Pérez dacht dat de wereld al aan zijn voeten lag en hij aan interviews een broertje dood had. Met een verveelde, arrogante houding zat hij aan tafel, met meer oog voor zijn telefoon dan zijn gesprekspartner. Fantastisch was het allesbehalve, na een minuutje of tien hees ik de witte vlag.
De koffie verkeerd bij Cadillac smaakte Sergio Pérez een stuk beter. De persoonlijke belangen waren ook een stuk groter uiteraard. Met zijn enorme enthousiasme en sportieve ambities trok Pérez volgens Towriss de voltallige Cadillac-directie in één klap over de streep. Geen jong talent in de tweede auto, maar een op revanche beluste Mexicaan, wiens vader nog altijd gelooft dat hij al viermaal wereldkampioen had kunnen worden als men Checo bij Red Bull niet zo schandalig had behandeld. Yeah, right!
Als een kopje koffie inderdaad volstaan heeft om de leiding van Cadillac omver te blazen, is het een knap staaltje van Pérez. Respect! Toch heb ik het donkerbruine vermoeden dat de tientallen miljoenen aan sponsorinkomsten die Pérez waarschijnlijk meebrengt, zoals dat in zijn Red Bull-periode eveneens het geval was, ook een rol hebben gespeeld. Het valt Cadillac niet kwalijk te nemen. Het merk is nog altijd typisch Amerikaans. Money talks, bullshit walks! Anders gezegd, woorden zonder geld betekenen niets. Zeker niet in de Formule 1.
Het Formule 1-debuut van Cadillac zou overigens een mooi scenario zijn voor een Hollywoodfilm. Werktitel: Cadillac Bullshit. Met misschien wel Checo Pérez in de hoofdrol…
Lees hier alles over de GP Verenigde Staten
De nieuwste editie van FORMULE 1 Magazine is uit! Haal ‘m nu in de winkel of bestel ‘m online, met gratis bezorging in heel Nederland.