Al sinds mensenheugenis zijn de grootste verschillen tussen formulewagens en anderssoortige race-auto’s dat bij formulewagens de wielen niet zijn afgedekt en de cockpit ‘open’ is. Je zou dus kunnen zeggen, dat Formule 1-coureurs, grootverdieners of niet, dakloos zijn.

Rondom de Grand Prix van India rees naar aanleiding van de mega-crash in Las Vegas voor het eerst sinds twee jaar weer de vraag, of het voor de coureurs niet veiliger zou zijn om wél een dak boven het hoofd te hebben – bijvoorbeeld iets in de vorm van een plexiglas koepel, maar dan één die bestand is tegen rondvliegende stukken auto. Hoewel ik het in mijn leven in autosportief opzicht nooit verder hebt geschopt dan racen met Formule Super­Fords, denk ik zeker te weten dat deze vraag alleen kan zijn opgekomen in de hoofden van mensen die zelf nooit hebben gera­ced.

De eerste keer dat er over werd gesproken was in 2009, toen er vrijwel tegelijkertijd twee ernstige freak accidents plaats­vonden: Felipe Massa die op de Hungaroring een afgebroken onderdeel van een andere auto in zijn gezicht kreeg (waardoor hij volgens mij nooit meer de oude is gewor­den) en natuurlijk Henry Surtees die op Brands Hatch door een losge­raakt wiel van een gecrashte collega dodelijk werd getroffen.

Omstreeks diezelfde tijd werd daarom ook geopperd om de twee ver­plicht aanwezige roll bars (één over de benen heen, één boven het hoofd) boven de carrosserie met elkaar te verbin­den tot een soort rolkooi, zoals je ze tegenwoordig in race-toerwagens aantreft. Dit soort  voorzieningen zou, mits alge­meen verplicht toegepast, onge­twij­feld verwon­dingen kunnen voorko­men – maar tegen welke prijs?

Wat bijvoorbeeld te denken van het uitzicht van de coureur schuin naar voren en/of opzij ? Dat mag op ovals mis­schien niet relevant zijn, maar dat is het zeker wel op de veel langza­mere circuits binnen het Formule 1-circus.

En hoe zit het met het in- en uitstappen? Sinds 1971 moet een geheel ‘aangeklede’ Formule 1-coureur immers in geval van nood in staat zijn om binnen vijf seconden zelfstandig de veilig­heidsriemen uit te doen en uit de auto te klimmen – dat wil zeggen: bij een recht op zijn wielen staande auto. Vroeger waren de cockpits nog relatief ruim en hadden cou­reurs kennelijk geen behoefte aan een quickly detacha­ble steering wheel (achteraf stom als je weet dat die dingen er tachtig jaar geleden ook al waren, maar dit terzijde). Tegen­woordig kom je echter zonder dat hulp­middel een Formule 1-auto niet eens meer uit – en al helemáál niet als je ook nog gewond bent of een shock hebt. Zo’n rolkooi zal dit er voor een coureur zeker niet gemakkelijker op maken.

Weer terug naar de dag van vandaag. Voor alle gevallen (de montage van een kogel- en wielvrije koepel over de cockpit en/of een uitbreiding van het rollbar-gebeuren, alsmede alle andere pseudo-op­los­singen die in de nabije toekomst nog zullen worden aangedragen) geldt dat het middel erger is dan de kwaal. In die zin ben ik blij met het televi­sie­commentaar van Jenson Button, die hier desgevraagd helemaal niets in zag. “Misschien”, zo zei hij, “is het nuttig in races waarin je drie dik met ruim 300 km/h door een bocht heen rijdt. Dan heb je immers nul kans op ont­snap­ping hebt als een paar auto’s elkaar raken. Maar voor de Formu­le 1 gaat dat niet op.”

Ik denk dat er heel iets anders is waar dringend naar moet worden gekeken. Aanleiding tot deze gedachte gaf coureur Dario Franchitti. Na die na de crash in Las Vegas zei hij dat het het belang­rijkst was dat auto’s te allen tijde met vier wielen op de grond blijven. Want als de rijwind eenmaal tegen de onderkant van de steeds ‘lichter’ wor­dende auto aanblaast, is het einde zoek. Zoiets kan alleen gebeuren, als een formulewagen wordt gelanceerd nadat zijn voor­wie­len in aanraking zijn gekomen met de achter­wielen van een plotse­ling vertra­gen­de voorgan­ger. Vanaf het moment dat de voor­wielen zich van moeder Aarde losma­ken, wordt een coureur passagier in zijn eigen vlieg­tuig. Niemand die dat beter weet dan Mark Webber, dankzij zijn ervaring met Air Merce­des op Le Mans en zijn ­avontuur van vorig jaar.

Laat experts zich dus niet al te druk maken over freak accidents à la Massa en Surtees – hoe betreurenswaardig ook – maar liever hierover gaan nadenken. Hoewel, ik weet het antwoord al: bumpers!