Michael Schumacher was op Spa jubilaris, want precies twintig jaar geleden vierde hij op dezelfde plek een gedenkwaardig Formule 1-debuut. Gezien alle heibel eromheen, zou je denken dat het een absoluut unicum was. Maar dat is niet zo.

Officiële Grands Prix worden er verreden sinds 1906. Daarvóór gebeurde dat ook, maar dan onder een andere titel. En omdat de term ‘Formule 1’ pas sinds eind 1946 bestaat, zullen we het hier verder niet meer hebben over Formule 1-coureurs maar over Grand Prix-coureurs.

Er zijn in de totale autosporthistorie acht coureurs geweest met een Grand Prix-carrière van meer dan twintig dienstjaren (inclusief de wat minder belangrijke Grands Prix én inclusief een eventuele carrièrepauze van een aantal seizoenen vanwege een wereldoorlog of anderszins):

1] Louis Chiron (29 jaar: 1927-1955),
2] Maurice Trintignant (27 jaar: 1938-1964),
3] Louis Wagner (25 jaar: 1903-1927) en
3] Philippe Etancelin (25 jaar: 1929-1950),
5] Giuseppe Farina (22 jaar: 1934-1955),
5] Luigi Fagioli (22 jaar: 1930-1951),
7] Felice Nazzaro (21 jaar: 1904-1924) en
7] Michael Schumacher (21 jaar: 1991-2011).

Als we alleen de ‘actieve’ jaren meerekenen, dan is de lijst als volgt:

1] Maurice Trintignant (21 jaar: 1938-1939, 1946-1964),
2] Louis Chiron (20 jaar: 1927-1936, 1946-1955),
3] Rubens Barrichello (19 jaar: 1993-2011),
4] Philippe Etancelin (18 jaar: 1929-1939, 1947-1953),
4] Michael Schumacher (18 jaar: 1991-2006, 2010-2011),
6] Graham Hill (18 jaar, 1958-1975),
7] Riccardo Patrese (17 jaar: 1977-1993) en
8] Giuseppe Farina (16 jaar: 1934-1939, 1946-1955).

Louis Chiron nam wel deel aan de training van de Grand Prix van Monaco 1958, maar niet aan de race zelf (die is dus niet meegerekend). Desondanks was hij ten tijde van zijn laatste race (dus in 1955) al 58 jaar en 292 dagen oud. Dat maakte hem overigens, op precies 45 dagen na, nog nét niet de de alleroudste Grand Prix-coureur aller tijden. Huiskamervraag: wie was dat dan wel?