Bij de ingang van de paddock van het Circuit of the Americas staat een bull ride machine, zo’n gemotoriseerde stier die in al z’n mechanische manie z’n best doet je er vanaf te gooien. Een treffend symbool voor hoe het soms gaat binnen het rijdersprogramma van Red Bull.

In de jungle komen geen stieren voor, maar in Texas – waar je ze in overvloed kan gadeslaan op de weidse weiden rond het circuit – geldt dezelfde wet: survival of the fittest. Het is ook al jaren het mantra dat boven de deur van Red Bulls opleidingsschool staat, erin gebeiteld door Helmut Marko.

Zo vlot en rücksichtslos als de mechanische stier mensen vliegend uit het zadel werkt, zo hard en onverbiddelijk kan Marko jongelingen uit hun Formule 1-zitjes zetten. Vraag het maar aan Scott Speed, hier in Amerika tegenwoordig vooral bekend als World Rallycross-coureur. Vraag het maar aan Jaime Alguersuari, die tegenwoordig plaatjes draait. Vraag het maar aan Daniil Kvyat, al mag die in Austin bij gebrek aan alternatieven weliswaar weer instappen – zonder enige belofte voor de toekomst.

Toch kan de stier soms barmhartig zijn, zeker voor wie fit genoeg blijkt, of lijkt, opstaat en weer in het zadel springt. Hij mag weer op de rug. Ook al is het jaren later, zoals Brendon Hartley nu. “Ik was zeven jaar geleden gewoon niet klaar voor de Formule 1”, gaf hij eerder dit weekend toe, inmiddels toch als Toro Rosso-coureur. Zo mag de Nieuw-Zeelander zich namelijk in elk geval één weekend noemen, dankzij een belletje naar de hoofdmeester die hem in 2010 nog uit de school trapte. “Ik ben niet meer dezelfde coureur als toen”, vertelde Hartley hem. Het antwoord uit Oostenrijk was kort: “Begrepen.” Weken, zelfs maanden bleef het stil, maar toen kwam toch het telefoontje terug – er was een plekje vrij in de stal.

Nee, duidelijkheid over de toekomst heeft ook Hartley niet. Zelfs niet voor volgende week, als de Formule 1 in Mexico rijdt en behalve Hartley en Kvyat ook Pierre Gasly – die in zijn eerdere jaren ook eens bijna van de rug werd gekieperd – beschikbaar zijn. Ze doen het er maar mee. Wie op de stier zit, heeft geen controle over hoe het beest bokt en bukt en denkt maar aan een ding: vasthouden.