Vanuit het koele China is de Formule 1-karavaan neergestreken in het hete Bahrein. Zelf was ik niet bij de Grand Prix in Sjanghai, maar bij het WK curling in het Canadese Edmonton, dus de temperatuur is niet de enige grote omschakeling.

De contrasten kunnen bijna niet groter zijn, maar toch zijn er wel degelijk overeenkomsten tussen Formule 1 en curling. In beide sporten doen bijvoorbeeld jonge, talentvolle, gedreven, welbespraakte Nederlanders van zich spreken. Alleen spreekt de ene sport wat meer tot de verbeelding dan de ander en is de exposure dan ook wat groter.

Het is interessant om af en toe een uitstapje te maken naar een andere discipline. Dat doet Fernando Alonso binnenkort ook met zijn nu al veelbesproken debuut in de Indianapolis 500. Er valt altijd iets te leren en nieuwe inzichten op te doen. En het is ook gewoon leuk om even in een andere omgeving te verkeren.

Zelfs al is die omgeving wat frisjes. Na het inwisselen van de ijshal (en daarbuiten was het niet veel warmer) voor het woestijncircuit weet ik ongeveer hoe een Dr. Oetker-pizza zich moeten voelen wanneer die vanuit de diepvries in een voorverwarmde oven wordt gesmeten. Het is een flinke belasting op het lichaam en dan heb ik het nog makkelijk als stukjesschrijver die zijn werk grotendeels in een gekoelde ruimte kan doen.

Voor de coureurs, en zeker niet te vergeten de monteurs, is de overgang zwaarder. Niet voor niets is de aandacht voor fitness de laatste jaren, met steeds meer exotische locaties op de kalender, zo sterk toegenomen. Al blijft het fysieke aspect van de sport nog wel eens onderbelicht (ook dat hebben Formule 1 en curling overigens gemeen).

Het is enigszins jaloersmakend hoe fit de coureurs nog uit hun auto stappen na net in zinderende temperaturen op het scherp van de snede te hebben gereden, terwijl mij de wandeling van de huurauto naar de paddock al bijna opbreekt. Misschien moet ik toch de gym in het hotel maar eens wat vaker gaan opzoeken. Of het advies van Lewis Hamilton opvolgen en gewoon buiten gaan rennen. Dan past het lichaam zich het best en snelst aan. Maar voor dat idee loop ik bij dertig graden plus nog niet echt warm.