Het zou gisteren wel eens de voorlopig laatste Grand Prix van Brazilië kunnen zijn geweest. De plek op de kalender voor volgend jaar is onder voorbehoud en Bernie Ecclestone noemt de toekomst twijfelachtig.

Brazilië heeft weliswaar nog een contract om de Grand Prix de komende jaren te mogen organiseren, maar een van de voorwaarden is dat de faciliteiten worden opgeknapt. Daar is een begin mee gemaakt, de paddock is een stuk breder geworden zodat de teams meer ruimte hebben om te werken, maar de werkzaamheden liggen ver achter op schema. Zo zitten de journalisten nog weggestopt in een provisorisch hok in de krochten van het complex.

Geen ideale werkplek dus. De stad Sao Paulo zelf is eigenlijk ook geen paradijs. Weinig bezienswaardigheden en veel criminaliteit. En toch is vrijwel iedereen het erover eens dat de Grand Prix in Interlagos een van de vaste waarden op de kalender zou moeten zijn. Wellicht vanwege het vrouwelijk schoon, misschien de overvloed aan vlees, maar in ieder geval door de unieke sfeer. Zelfs al is de belangstelling voor de sport afgenomen sinds de dood van Ayrton Senna, is de passie van de Braziliaanse fans ongeëvenaard.

Bovendien is de race over het algemeen heerlijk onvoorspelbaar. Het is een kort, maar technisch baantje met behoorlijk wat hoogteverschil. Voor de coureurs is het lastig om er een perfecte ronde te rijden, zeker wanneer het regent en dat doet het er regelmatig. Zowel in de races als kwalificaties schudt dat het veld vaak door elkaar. En dan is het meestal ook nog een van de laatste races van het seizoen en dus bepalend voor de uitkomst van het kampioenschap.

Jenson Button is een van de coureur die in Interlagos zijn titel binnensleepte. “Dit circuit heeft een rijke historie”, zegt hij. “Er zijn veel kampioenschappen beslist. Veel coureurs bewaren er dus goede herinneringen aan. Maar niet alleen omdat ze hier gewonnen hebben, ook omdat het een leuk circuit is en de patriotistische fans voor een goede sfeer zorgen. Als coureur zou ik het dus spijtig vinden als Brazilië van de kalender verdwijnt, maar voor de sport zal het weinig verschil maken.”

De Formule 1 is naast een sport ook een bedrijf en dus gericht op groei en winst, stelt Mercedes-teambaas Toto Wolff. “Het is een complex probleem. Bernie Ecclestone zit in een lastige positie om enerzijds de sport groter te maken en anderszijds dit soort traditionele Grands Prix op de kalender te houden. Ze vormen de hart en ziel van de Formule 1. Volgens mij toont Bernie ook flexibiliteit, maar het is geen makkelijke situatie.”

Afgelopen week bracht Bernie Ecclestone een bezoek aan de Braziliaanse president Michel Temer in Brasilia. Volgens de officiële lezing was het, net als het telefoontje tussen Toto Wolff en Jos Verstappen, slechts een vriendschappelijk gesprek, maar tussen de paar regels van het persbericht door is duidelijk dat Brazilië meer zal moeten investeren om de Grand Prix te behouden. En in de huidige economische situatie waarin het land verkeert, zeker na de geldverslindende Olympische Spelen en het WK voetbal, is dat niet evident.

“Ik ben me bewust van de moeilijke tijd, maar hopelijk trekt de economie aan”, zegt Lewis Hamilton. “Want deze race moet op de kalender blijven. Het behoort tot het erfgoed van de Formule 1. Het is een van de originele circuits, maar bovenal maken de fans het zo speciaal. Bij sommige andere races heb je nog niet een derde van het publiek dat hier zit. Maar ik begrijp dat er veel geld mee gemoeid is, waarmee veel goeds gedaan kan worden voor het land en het volk.”

Kimi Räikkönen noemt de Grand Prix van Brazilië eerst nog onverschillig ‘gewoon een van de races’, maar voegt dan toch toe dat als het aan de coureurs zou liggen, de plaats op de kalender veilig zou zijn. “Maar helaas draait alles om de centen. Wie het meeste biedt, krijgt de race.” Wat Brazilië te bieden heeft, valt echter niet in geld uit te drukken. Het is een bijzondere, haast onverklaarbare aantrekkingskracht.