Na een lange dag op het circuit is het lekker om even de benen te strekken en zelf ook een rondje te doen. Het is ook nog best nuttig en niet alleen voor de gezondheid.

Het zou een eitje moeten zijn, de Red Bull Ring. Met 4,3 kilometer een van de kortste circuits op de kalender en slechts een tiental bochten (dat waren er voorheen negen, maar de knik richting de tweede scherpe bocht telt nu ook mee). Niets is echter minder waar, het is misschien wel het zwaarste rondje van het jaar. Zeker als je geen klimmerstype bent en iets te veel schnitzel en kaiserschmarrn mee omhoog moet slepen.

Het voordeel van een lange beklimming is dat er daarna een afdaling volgt. Maar omhoog verlies je meer tijd dan je omlaag kunt terug winnen, al helemaal als je pap in de benen hebt. Zelfs heuvelaf zit een eindsprint, normaal mijn sterkste wapen, er nauwelijks in. Al helpen de aanmoedigingen van de gridgirls, die met hun generale repetitie bezig zijn, wel een beetje.

Ook de steun van de paar overgebleven fans langs de baan is welkom. Al valt het natuurlijk niet te vergelijken met het rumoer dat de duizenden Nederlandse toeschouwers maken wanneer Max Verstappen voorbij komt. Dat geeft pas echt kippenvel.

Het zou mooi zijn als de fans ook de gelegenheid zouden krijgen het circuit beter te verkennen. Want het maakt echt verschil als je ergens zelf helpt gelopen en het niet alleen van een afstandje hoeft te aanschouwen. Het snelheidsgevoel ontbreekt uiteraard, maar de hellingsgraden en hoogtes van de kerbs komen op televisie amper over. In Barcelona werd al een groep fans uitgenodigd om een rondje te rennen, hopelijk krijgt dat initiatief een vervolg.

Het kan natuurlijk ook buiten de raceweekends om. Op diverse circuits, waaronder Zandvoort en Spa-Francorchamps, worden loopevenementen georganiseerd. Aanraders, zelfs wanneer je net als ik eigenlijk helemaal niet zo van hardlopen houdt.

De zwaarste rondes:

Spielberg, Oostenrijk
Wat een klim. Flinke stijgingspercentages op weg naar de eerste en tweede (nu officieel derde) bocht. Daarna weliswaar grotendeels heuvelaf, maar echt genieten kun je er dan niet meer van.

Austin, Verenigde Staten
Ook zo’n circuit waar het meteen steil omhoog gaat. En als je naar boven bent geklauterd moet je nog vijf kilometer en die zijn ook allerminst vlak.

Mexico-Stad, Mexico
Een van de kortste circuits op de kalender en zonder noemenswaardige hoogteverschillen, maar gelegen op hoogte en de ijle lucht is niet prettig voor een zware inspanning.

Interlagos, Brazilië
Het lijkt erop alsof de zwaarste circuit tot het laatst worden bewaard, al kan het ook zijn dat een lang seizoen begint door te wegen. Kort maar krachtig, met pittige beklimmingen, waaronder het slotstuk.

Sotsji, Rusland
Een gevecht tegen de verveling, lange rechte stukken en de bochten lijken verdacht veel op elkaar. De Olympische stadions zijn leuk om te zien, maar de betonnen muren zijn weinig inspirerend.

Bahrein en Maleisië zijn lastig door de hitte, Silverstone door mogelijke regen en wind. Voor coureurs is de combinatie Maggots-Becketts-Chapel een genot, als loper is het een eeuwigdurende lijdensweg.

De leukste rondes:

Montréal, Canada
Kort, vlak en snel. Met een beetje mazzel heb je op het beschutte deel wind tegen en op het open lange rechte stuk langs de roeibaan in de rug. Wel oppassen voor de Wall of Champions. Is het circuit niet uitdagend genoeg voor je, beklim dan de Mont Royal.

Spa-Francorchamps, België
Lang en heuvelachtig, maar ook te voet een echte klassieker door een prachtige omgeving. Helemaal mooi als er wat fans zijn blijven plakken en je aanmoedigen.

Barcelona, Spanje
Niet alleen omdat het een beetje heilige grond is als toneel van de eerste zege van Max Verstappen, maar vooral vanwege de uitdaging. Drie pittige klimmetjes, maar tussendoor kun je recupereren.

Singapore
Zinderend heet, en door de bebouwing blijft de hitte ook hangen, maar ’s nachts is het best te doen (gelukkig blijven de lampen aan). Zeker na een flesje originele Red Bull. Kijk uit voor bevoorradingstrucks.

Boedapest, Hongarije
Aan het einde van de klim naar bocht vier lonkt het waterpark, zeker op een warme dag, maar gelukkig is het geen lang circuit. In de stad kun je goed trainen op het eiland Margit-sziget, dat wel iets wegheeft van het Circuit Gilles Villeneuve.

Monaco zou ook leuk zijn, maar wordt afgeraden vanwege het drukke verkeer. Melbourne en Suzuka horen ongetwijfeld ook in dit lijstje thuis, maar daar heb ik zelf nog niet gelopen (net als in Sjanghai, Bakoe, Monza en Abu Dhabi).