Het team van Sauber maakt duidelijk progressie volgens Marcus Ericsson en doet nu echt mee in de middenmoot. “We hebben dit jaar elke race stappen gezet en dat willen we ook blijven doen.”

2016 en 2017 waren moeilijke jaren voor Sauber, dat in 2016 voorlaatste werd met slechts twee punten en in 2017 – na het wegvallen van Manor – zelfs helemaal onderaan eindigde, met vijf punten. Na vijf races in 2018 heeft het echter al drie keer gescoord en hoewel het daarmee voorlaatste is, staat de teller al wel op 11 punten en komen er als het aan Ericsson ligt zeker nog meer bij.

“Ik denk dat we dit jaar elke race stappen hebben gezet, omdat we elke keer updates brengen en de auto ook steeds beter begrijpen”, vertelt hij Motorsportweek.com. “We maken zodoende duidelijk progressie en vechten nu elke race mee in de middenmoot”, constateert de Zweed, die het ‘heel veelbelovend’ noemt. “Het plan is nu updates te blijven brengen en hopelijk steeds beter te worden.”

Hoewel Ericsson zelf in Bahrein Saubers eerste punten van het jaar pakte met een negende plek, was het zijn teamgenoot Charles Leclerc die in de laatste twee races scoorde – met een zesde en tiende plek. Dat punten er voor hem in die races niet in zaten, wijt Ericsson aan zijn kwalificatievorm: “Dat is voor mij momenteel het grootste probleem, dat ik van te ver terug moet beginnen.”

“Ik heb veel vertrouwen in de achterkant van de auto nodig, omdat ik daar door mijn rijstijl veel op ‘leun’. Met name in Spanje met de nieuwe super softs was dat vertrouwen er echter niet. De achterkant was erg onvoorspelbaar.” Dat zijn dus belangrijke verbeterpunten voor Ericsson. “Want in de races had ik zeker om de punten mee kunnen doen als ik verder van voren was begonnen.”