Volgens Ferrari’s technisch directeur Pat Fry is het niet alleen aan het harde werk van het team en het maximaliseren van de mogelijkheden van de F2012-bolide te danken dat Fernando Alonso aan de leiding van het kampioenschap gaat. Volgens Fry heeft ook het slechte weer namelijk een rol gespeeld.

“Ik denk niet dat we kunnen ontkennen dat het weer ons dit jaar gunstig gezind is geweest”, erkent Fry in gesprek met Autosport. “Als het in Maleisië bijvoorbeeld niet had geregend, dan was die race vast heel anders afgelopen”, zo verwijst hij naar de tweede Grand Prix van het jaar, die Alonso verrassend wist te winnen.

“Daarnaast heeft het ons ook geholpen dat het tijdens de kwalificaties voor de races in Engeland en Duitsland heeft geregend, want hoewel we in droge omstandigheden zeker niet de snelste zijn op zaterdag, hebben we in Engeland en Duitsland sterk kunnen presteren omdat het daar op zaterdag regende”, refereert Fry verder aan de twee raceweekends waarin Alonso tijdens een natte kwalificatie de poleposition pakte en vervolgens in de races naar het podium – en in Duitsland zelfs naar de zege – wist te rijden.

Fry benadrukt hiernaast echter ook dat het niet alleen door geluk komt dat Ferrari met Alonso heeft weten uit te blinken in de regen: “Het weer heeft ons zeker geholpen, en daar hebben we inderdaad geluk mee gehad, maar goed presteren in de regen is niet louter een kwestie van geluk hebben. Je moet er namelijk alsnog zelf het beste van zien te maken en dat vereist veel hard werk.”

“De weersomstandigheden zijn bovendien voor iedereen hetzelfde, en waar het ons is gelukt om van de regen te profiteren, is dat veel andere teams niet gelukt”, besluit de technisch directeur, daarbij duidelijk aangevend dat het niet elk team gegeven is om in moeilijke omstandigheden telkens vooraan mee te doen.