De FIA is niet van zins de DRS-zones te verlengen om het inhalen makkelijker te maken, al blijft het de situatie wel in de gaten houden.

De vrees bestond al dat inhalen lastiger zou zijn met de nieuwe 2017-auto’s, die breder, sneller en meer downforce-afhankelijk zijn, wat het op korte afstand volgen van andere coureurs lastiger maakt. Na vier races kan nu wel voorzichtig worden gesteld dat die vrees werkelijkheid is geworden.

In de eerste drie Grands Prix van 2017 waren er gemiddeld slechts 21 inhaalacties per race te zien, terwijl er in 2016 in die eerste drie races nog gemiddeld inhaalacties 73 waren. Daarna was er afgelopen weekend in Rusland, de openingsronde niet meegerekend, maar één inhaalactie te zien.

Voor aanvang van het seizoen liet de FIA nog weten te overwegen de DRS-zones langer te maken indien inhalen nu inderdaad te moeilijk zou zijn, maar volgens de laatste berichten gaat de regelgever van de Formule 1 dat toch niet doen.

“Er is naar gekeken, er is over gesproken, maar de FIA is tevreden met hoe het gaat”, zo bevestigt Williams’ technisch directeur Paddy Lowe tegenover Motorsport dat er voorlopig niks verandert. Ondanks dat zou de FIA wel in de gaten blijven houden hoe de situatie zich ontwikkelt.

Het ‘drag reduction system’ werkt alleen in de DRS-zones. Coureurs kunnen daarin, als ze binnen 1 seconde van hun voorganger zitten, hun achtervleugel openzetten voor meer snelheid.