Het verbranden van olie om meer vermogen uit de motor te putten is sinds 2017 een veelbesproken onderwerp in de Formule 1. De FIA heeft als regelgever de regels al eerder flink aangescherpt om dit in de race tegen te gaan, en doet dat nu ook wat de kwalificatie betreft.

Zeker gezien de strenge brandstoflimiet die van toepassing is in de Formule 1, levert het verbanden van olie in de motor in theorie veel winst op. Met name Mercedes en Ferrari zouden hier van profiteren, met Renault – dat het eigen fabrieksteam en Red Bull en McLaren van motoren voorziet – dat zich hier daarentegen niet (zozeer) mee bezig zou houden.

Wat de races betreft verlaagde de FIA de maximaal toegestane olieverbranding vorig jaar al van 1,2 liter naar 0,9 per 100 kilometer, terwijl deze limiet voor dit seizoen verder naar beneden is gebracht, naar 0,6. Aangezien bij normaal gebruik altijd wel wat olie wordt verbrand, ziet de FIA dit als een acceptabele tolerantie.

De vrees bestond echter dat vooral in de kwalificatie nog altijd een stuk vrijer gebruik werd gemaakt van deze praktijk, onder meer door de mogelijkheid olie van de smeersystemen van de motor tijdens de sessie bij te vullen. Dat is nu niet langer toegestaan, heeft de FIA besloten, wat het beter mogelijk zou moeten maken het verbruik (en eventueel verbranden) van olie in de kwalificatie scherper te controleren.