De FIA heeft strengere regels opgesteld voor de speciale superlicenties voor coureurs die alleen op de vrijdag van Grand Prix-weekends aan vrije trainingen meedoen.

Behalve de normale superlicentie voor Formule 1-coureurs, bestaan er ook een soort ’trainingslicenties’ voor coureurs die niet over de kwalificaties beschikken voor een reguliere superlicentie. Met zo’n licentie mogen zij wel aan vrije trainingen meedoen tijdens een raceweekend.

Voorheen was de enige vereiste voor het verkrijgen van zo’n ‘oefenrijbewijs’ dat een coureur minstens driehonderd kilometer had afgelegd in een representatieve Formule 1-bolide, maar dat gaat veranderen, zo berichten Motorsport.com en SpeedWeek.

Het nieuwe systeem is slecht nieuws voor Force India-testcoureur Alfonso Celis, die niet in aanmerking komt voor een trainingslicentie.

Volgens deze publicaties moet een coureur voortaan minstens zes Formule 2-races gereden hebben óf in de drie jaar voor het doen van de aanvraag in totaal 25 superlicentiepunten verzameld hebben in de hiervoor door de FIA geaccrediteerde kampioenschappen.

Wil een coureur na het verlopen van deze ’trainingslicentie’ een nieuw exemplaar aanvragen, dan gaat de eis deels omhoog: de coureur wordt bij het verlengen geacht minstens een heel Formule 2-seizoen te hebben gedaan, of 25 superlicentiepunten verzameld te hebben in de drie voorgaande jaren.

Puntensysteem
De FIA heeft de regels voor reguliere superlicenties enige jaren geleden aangescherpt door een puntensysteem in te voeren. Voordat het dat deed, geschiedde het toekennen van superlicenties op basis van representatieve resultaten of het competitief afleggen van Formule 1-testkilometers.

Het puntensysteem is afgelopen september herzien. De nadruk is meer komen te liggen op kampioenschappen als de Formule 2 (voorheen GP2) en Formule 3 – dit om de autosportladder meer te stroomlijnen en overzichtelijker te maken.