Eind 2012 mocht FORMULE 1 tijdens het raceweekend in Abu Dhabi meelopen in race control, het zenuwcentrum van de wedstrijdleiding, waarvan Charlie Whiting aan het hoofd stond. Over de schouder van Whiting zagen we wat hij zag, hoorden wat hij hoorde en kregen de hectiek van zijn werk als wedstrijdleider mee. “Het is goed om van coureurs te horen wat zij ergens van vinden.”

Lees ook: Liveblog GP Australië: F1-gemeenschap in rouw om overlijden wedstrijdleider Charlie Whiting

Actie genoeg op het Yas Marina Circuit in Abu Dhabi. Het is de tweede vrijdagtraining en Sebastian Vettel en Lewis Hamilton wisselen elkaar af op de bovenste plek van de tijdentabel. Ondertussen wordt over de boordradio vanaf de pitmuur volop gecommuniceerd over gele vlaggen, langzamere auto’s die in de weg kunnen rijden of het juiste moment om naar de pitbox te komen.

Een stukje verderop, in de controletoren van het Yas Marina Circuit, gaat het er rustiger aan toe. Kalm, bijna sereen; alleen de zachte ruis van de radioverbindingen verbreekt de stilte. Tweeëntwintig paar ogen zijn gericht op een rij monitoren die elk een ander deel van het circuit in beeld brengen. Ondanks de rust komt er voortdurend gedetailleerde informatie binnen, die verwerkt wordt en – indien nodig – in behandeling genomen. Een eindeloze stroom incidenten zorgt ervoor dat het scherm geen minuut hetzelfde blijft: ‘Mercedes geel wijd in bocht 5’, ‘McLaren rood wijd in bocht 6’. Een baancommissaris vraagt of een fotograaf die bij zijn baanpost aan het werk is, wel veilig staat. De man in kwestie verschijnt op een van de schermen en de baancommissaris krijgt te horen dat het in orde is.

RaceWatch
Aan de andere kant van het gebouw, in de stewards rooms, heerst dezelfde rust. Stewards Lars Österlind, Radovan Novak, coureur-adviseur Derek Warwick en local steward Khaled Bin Shaiban volgen de training nauwgezet, met hulp van een technicus die op verzoek videobeelden en radioverbindingen opvraagt. Af en toe klinkt er commentaar op de actie op de baan, voor de rest is het stil. Als er iets gebeurt dat aandacht behoeft, vindt rustig overleg plaats. Geen verhitte discussies, geen hoog oplopende meningsverschillen, maar een weloverwogen oordeel dat doet vermoeden dat bij dit werk meer komt kijken dan op het blote oog scheidsrechtertje spelen.
(tekst loopt door onder de foto)

De stewards hoeven inderdaad niet alleen op hun eigen waarneming te vertrouwen: ze krijgen hulp van RaceWatch:  “Een extreem goed systeem dat incidenten signaleert en helpt bij het nemen van beslissingen”, zegt racedirecteur Charlie Whiting. Als wedstrijdleider en veiligheidsgedeputeerde van de Formule 1 is Whiting de baas van dit zenuwcentrum, al is bij de meeste fans bekend als de man die bij de start van elke race de rode lichten uitdoet.

“RaceWatch is ontworpen om incidenten op te sporen, zoals een coureur die te hard rijdt wanneer gele vlaggen gezwaaid worden. Dat gebeurt met GPS en andere data, en RaceWatch weet wat wel en niet toegestaan is.” Te hard rijden in de pits is te hard rijden in de pits, dus een boete. Maar soms is het minder rechttoe-rechtaan. Denk aan een botsing – is het een race-incident of treft één van de coureurs de meeste of alle blaam? – een mogelijk technisch vergrijp, of iets in het grijze gebied. Zo wordt op de zaterdag in Abu Dhabi Vettel teruggezet naar de laatste startplek, omdat zijn auto te weinig benzine in de tank had voor de technische keuring.

Realtime beslissingen
Zoals voorzitter van de stewards Gary Connelly erkent “dragen de stewards een grote verantwoordelijkheid”, maar eentje die lichter is geworden door de hoeveelheid informatie waarover ze tegenwoordig beschikken. Zo is er het videobeeld van de FOM (niet alleen wat je op TV ziet, maar ook alles dat niet wordt uitgezonden) én al het onboard-beeld en dat van de circuitcamera’s. Daarnaast is er een enorme stroom data, van GPS-gegevens tot ál het radioverkeer van de teams. En, misschien wel de grootste troef, alle telemetrie, in realtime. “We hebben veel meer data dan het publiek of de teams. Daarom begrijpen zij onze beslissingen niet altijd, omdat wij dingen weten die zij niet weten.”

Het lijkt exacte wetenschap, toch speelt ook de menselijke factor mee, legt Connelly uit. “We hebben een archief met alle incidenten sinds 2003. Daardoor kunnen de stewards overtredingen in context plaatsen, net als de strafmaat.” En er wordt gekeken wat een straf voor gevolgen heeft voor de race én de coureur zelf. Deze manier van oordelen heeft wel een nadeel, legt Connelly uit. “Vroeger gold voor elke overtreding dezelfde straf. Sinds we de omstandigheden laten meewegen, is dat anders, wat de schijn van willekeur kan oproepen.”

Scheidsrechter op scheidslijn
Hoe weloverwogen een beslissing ook is, Formule 1-coureurs zijn het er zelden mee eens, zo weet Whiting beter dan wie dan ook. “Soms vinden coureurs onze straffen inconsequent en vragen ze om een duidelijke lijn. Maar er zijn twee problemen. Ten eerste is niet elke overtreding hetzelfde. Ten tweede kan het consequent toepassen van eenzelfde straf voor wat voor de stewards hetzelfde vergrijp is, in een andere race verkeerd uitpakken. Wat in de ene race een rechtvaardige straf is, valt een race later veel te zwaar uit. Op zulke momenten is het beter de regels en straffen niet in marmer gebeiteld te hebben, maar ze per situatie te bekijken.”
(tekst loopt door onder de foto)

Whiting is zo een scheidsrechter die continu op een scheidslijn balanceert, waarbij een goed contact met de coureurs voor hem cruciaal is. Hét contactmoment is de vaste en befaamde drivers’ briefing op vrijdagmiddag. Bijeenkomsten die volgens Whiting vroeger een schools karakter hadden: dit zijn de regels, daar moeten jullie het mee doen. Maar tegenwoordig is er meer interactie. “We praten niet over wat je moet doen in bocht zeven of acht”, zegt Whiting. “Dat staat in een document dat ik iedereen donderdag al geef, daar is zelden discussie over. Omdat er vrijdagmiddag al twee vrije trainingen geweest zijn, komen er dingen ter sprake die die dag hebben plaatsgevonden, of in de vorige race. Het is goed om van de coureurs te horen wat zij ergens van vinden, en of er dingen veranderd moeten worden. Ik probeer geen schoolmeester te zijn, maar naar ze te luisteren. Het zijn intelligente kerels, zo moeten ze ook behandeld worden.”

Dit artikel is een bewerkte versie van een artikel dat in FORMULE 1, nr. 02/03 is verschenen. Bron: FIA, bewerking: Mischa Bijenhof & Daan de Geus. Foto’s: FIA/Vladimir Rys.