Force India is sinds de zomerstop op achterstand komen te staan in haar strijd met McLaren om de vijfde plek bij de constructeurs, maar het team uit Silverstone geeft niet op: “Het is niet onmogelijk ze nog te verslaan.”

Dat maakt adjunct-teambaas Robert Fernley althans duidelijk in interview met Motorsport-Total. De Engelsman kan er niet omheen dat zijn team terrein heeft verloren na de zomerpauze, maar Force India heeft McLaren sindsdien wel een aantal keer bij- en zelfs tijdelijk ingehaald in de strijd om P5 en dat is volgens Fernley wederom mogelijk.

“Het is duidelijk dat het niet eenvoudig wordt om McLaren weer terug te pakken, maar het is niet onmogelijk om ze toch nog te verslaan”, stelt hij. “Dat we het niet meer in eigen hand hebben, betekent hoe dan ook niet dat we opgeven. Wij hebben bijvoorbeeld wel eens onverwachts met een dubbele uitvalbeurt te maken gekregen en dat kan McLaren ook overkomen”, redeneert Fernley, die ongetwijfeld ook weet dat punten scoren in de dubbele puntenfinale in Abu Dhabi – zeker als één of beide McLarens uitvallen – kansen biedt.

Zoals het er nu voor staat, moet Force India 34 punten goedmaken op McLaren. Dat is een flink aantal voor een middenmoter. Zeker gezien het feit dat de formatie van Fernley sinds de zomerpauze maar 29 punten heeft gepakt, terwijl McLaren er sindsdien 64 heeft gescoord, maar Fernley blijft hoop houden: “Zeg nooit nooit”, verklaart Force India’s strijdlustige adjunct-teambaas, die bijval krijgt van eigenaar Vijay Mallya: “We zullen in Abu Dhabi tot en met het laatste moment met het sterke McLaren blijven knokken”, belooft hij op Twitter.

Terugval
Dat Force India sinds de zomerstop is afgezakt, werd eerder door coureur Nico Hülkenberg al als volgt verklaard: “Zoals elk jaar is ook dit seizoen uitgelopen op een ontwikkelingswedloop. Wij hebben ons prima ontwikkeld, maar er zijn simpelweg teams die meer progressie hebben geboekt.”

Volgens Force India-kopstuk Fernley speelt er echter meer mee dan dat. “In de eerste plaats heeft McLaren natuurlijk meer budget voor doorontwikkelingen”, wijst hij aan, alvorens de hand ook in eigen boezem te steken: “We moeten verantwoordelijkheid nemen voor het feit dat onze upgrades niet zoveel hebben gebracht als gedacht”, erkent hij, waarbij hij nog een oorzaak opnoemt: “We zijn ergens halverwege het jaar ook de verkeerde weg ingeslagen met het aanpassen van onze auto. We hebben daardoor terrein verloren en onze huidige achterstand is daar het gevolg van.”